b. goedkeuring van het raadsbesluit van 30 oktober 1980 inzake
aankoop van grond;
c. goedkeuring van het raadsbesluit van 27 november 1980 inzake
het aangaan van geldleningen in 1981;
d. goedkeuring van het raadsbesluit van 27 november 1980 inzake
het beleggen van overtollige kasgelden in 1981;
e. goedkeuring van het raadsbesluit van 27 november 1980 inzake
het afsluiten van kasgeldleningen in 1981;
f. goedkeuring van het raadsbesluit van 27 november 1980 tot het
aangaan van een rekening-courant-overeenkomst
g. goedkeuring van het raadsbesluit van 15 december 1980 inzake
verkoop van grond en opstallen aan de heer J.F.G.de Kanter;
h. brief inzake wijziging autovergoeding burgemeesters voor
plaatselijk vervoer.
II. Diversen:
a. ontwerp-gewestraadsvoorstel Stadsgewest Breda inzake inschaling
artsen en tandartsen bij de gezondheidsdienst;
b. 3e en 4e wijziging begroting 1980 Woonwagenschap Breda;
c. begroting en le wijziging 1981 Woonwagenschap Breda;
d. brief van de heer A.J.M.Ooms, Schijfstraat 10, inzake gang van
zaken rond opruimen terrein en verwijderen scheidingsmuurtje;
e. brief van de heer P.Mel, Weerdeel 15, inzake geluidsoverlast
en renovatiekosten woning Weerdeel 17;
f. mededeling C.I.V.O.B. inzake goedkeuring rekening 1978 en
begroting 1980 van dit instituut;
g. mededeling C.I.V.O.B. inzake vaststelling rekening 1979 door
de ledenraad;
h. brief bestuur Stichting J.A.R. inzake opheffing van deze
stichting;
i. motie Katholieke Onderwijs Vakorganisatie inzake werkgelegenheid;
j. brief Nederlandse Vereniging Bescherming Voetgangers inzake
internationaal voetgangerscongres in Gothenburg;
k. voorlichtingsnummers 67 en 68 van het Stadsgewest Breda;
1. "Geknipt voor het raadslid", nummer 21.
Raadslid Joosen zegt naar aanleiding van het gestelde onder punt II
sub d. dat het niet de ervaring van de raadsleden is, dat de burge
meester zo moeilijk bereikbaar is. Voorts vraagt hij of het waar is
dat een van de ambtenaren heeft gezegd dat het scheidingsmuurtje zö
mocht worden geplaatst? Dit lijkt hem zeer onwaarschijnlijk.
De voorzitter antwoordt hierop dat al deze onwaarschijnlijkheden geleid
hebben tot het voorstel om deze brief voor kennisgeving aan te nemen.