Met belangstelling heeft hij het eindverslag van de V.O.S.-cursus gelezen.
Hij citeert daaruit het volgende: "De tweede oefening was een luister
oefening. Fluisterend gaven wel elkaar een kort verhaaltje door. Iedereen
schreef, nadat zij aan de beurt geweest was, op wat zij verteld had. Met
behulp van opgeschreven verhalen konden we nagaan waar informatie was
verdwenen, toegevoegd of gewijzigd".
Zulke spelletjes deed hij 25 jaar geleden bij de verkennerij ook al. Met
dit citaat wil hij overigens niet zeggen, dat daarmee de V.O.S.-cursus is
getekend.
Raadslid Schreinemachers zegt het prae-advies juist te vinden. Ook zijn
fractie vindt, dat de vervolgcursus beter gegeven kan worden, wanneer de
groep groter is.
Overigens meent hij te moeten opmerken dat men zich moet realiseren dat het
hier gaat over activiteiten van mensen, die tot de kansarme groepen behoren.
Als raadslid Braat zegt, dat hij dergelijke spelletjes al 25 jaar geleden
bij de verkennerij speelde, dan wil hij daarbij aantekenen, dat er catego
rieën onder de bevolking zijn waar het lidmaatschap van de verkennerij er
toen en ook nu niet bij hoorde. Hij vindt dat zo'n cursus op deze wijze
niet verdacht gemaakt moet worden.Er is een bewustwordingsproces op gang.
Dat is de bedoeling van de V.O.S.-cursussen in het kader van de emancipatie
activiteiten. Daar is landelijk voor gekozen en wat de gemeente doet is
niets anders dan dat op plaatselijk niveau steunen.
Hij is het met de wethouder eens dat 500,per deelnoner veel is. Van
de andere kant moet men zich goed realiseren, dat in bepaalde milieus en
in bepaalde groepen van onze bevolking het volgen van onderwijs enz. een
moeilijke zaak is. Vanuit historische achtergronden komt men daar niet toe.
Voor kinderen van andere groepen, die wel tot die voorzieningen toegang
hebben, liggen de bedragen heel wat hoger dan 500,per hoofd per jaar.
Hij vindt het jammer dat er hier en daar kansen zijn blijven liggen, maar
hij juicht het toe dat er een aantal dames was, dat door wilde gaan. Hij
zou het toejuichen, wanneer in de toekomst een en ander zou kunnen door
gaan. En dan niet in het vrijwilligerswerk. Br zijn nu eenmaal een aantal
technieken nodig cm zaken van de grond te krijgen.
Wethouder Rienks-Schiedon zegt dat de kanttekeningen, die bij dit voorstel
geplaatst worden, voornamelijk het gevolg zijn van het nieuwe van deze
activiteit. Ook de hoogte van het subsidie speelde daarbij kennelijk een
rol.Zij heeft van geen der raadsleden gehoord, dat hij het inhoudelijk
oneens is met de V.O.S.-cursus. Het is goed, dat er zoiets gebeurt. Zij is
van mening dat een tweede V.O.S.-cursus een goede zaak is. Er moet weer wel