- 6 -
4. Mededelingen van burgemeester en wethouders
De mededelingen worden voor kennisgeving aangenomen,
5. Behandeling begroting 1981 van het Stadsgewest Breda
Raadslid Van Rijckevorsel van Kessel deelt namens zijn fractie mede
zeer verheugd te zijn dat er gelden vrijkomen voor een epidemiologisch
onderzoek
Raadslid Van Beek zegt dat in de optiek van zijn fractie een zakelijk
samenwerkingsverband in het Stadsgewest een nuttige zaak is. Een
nuttige zaak omdat het taken kan behartigen, zoals gezondheidsdienst,
brandweer, afvalverwerking, pooling van woningbouwcontingenten e„d.
Deze zaken zijn zeer wel op hun plaats, zeker omdat het alle taken
zijn met een dienstverlenend karakter, waarbij de doelstelling alleen
maar kan zijn dat door deze gezamenlijke aanpak de dienstverlening
geoptimaliseerd zal worden.
Maar zoals men wel vaker ziet, roept kennelijk ook bij het Stadsgewest
de ene dienst de andere op. Hij vindt het dan ook een ongewenste
ontwikkeling dat het Stadsgewest zich ook als besturend orgaan presen
teert. Dat gaat hem in de huidige constellatie net iets te ver.
Daarnaast is het z.i. zinvol om te bekijken of de praktische waarde van
de gemaakte structuurplannen, waar overheen een fijnmazig structuurplan,
zoveel moeite wel waard is. Wat zal men er in de praktijk mee gaan doen?
Denkend aan een kritisch volgen van uitgavenpatronen lijkt het hem zeer
wel zinvol, dat hier eens naar gekeken wordt omdat dit soort zaken in
het algemeen dure liefhebberijen zijn. En wat doet men ermee? Zijn
fractie is bevreesd dat zij alleen maar kasten zullen vullen.
Hij is voorstander van een zakelijk samenwerkingsverband waar politiek
gevoelige zaken niet aan de orde dienen te kernen, althans niet in de
huidige opzet, omdat met de afvaardiging naar het Stadsgewest geen
kiezer gemoeid is. Derhalve kan die afvaardiging geen echt politiek
gewicht hebben. Dat dit wel gebeurt is dan ook niet alleen ongewenst,
maar vooral erg ondemocratisch.
Over de brandweerkwestie heeft hij de notulen van vorig jaar nog eens
nagelezen. De voorzitter sprak toen over een onderhandelingsfase van
13 jaar. Dat worden er nu dus veertien. Men kan hier toch niet over
blijven praten. Hij heeft de indruk dat van de Bredase kant daar niet
zo veel bezwaar tegen bestaat, maar bij zijn fractie blijft dat wel
degelijk bestaan.