- 7 -
Raadslid Biersma-Brounts zegt dat haar fractie de bezwaren van de
Dorpsgemeenschap deelt.
De beheerstaken vindt zij erg belangrijk, maar bij de ordeningstaken
zet zij wel de nodige vraagtekens. Zij wil echter niet zo ver gaan
om te zeggen: "schaf het Stadsgewest maar af". Die geluiden worden
wel gehoord in de Bredase raad, maar zij zou wel willen zeggen:
kijk uit, let op wat er gebeurt en zorg dat de financiële kant niet
uitdijt en dat er niet te veel geld aan besteed wordt.
Zij blijft overigens ook van mening, dat de leden van de gewestraad
direct gekozen moeten worden.
De voorzitter zegt dat de gevoelens van de raad ter sprake gebracht
zullen worden in het fractieoverlegVerdere discussie is thans dan
ook overbodig.
Hierna worden de begrotingen van het Stadsgewest Breda voor kennis
geving aangenomen.
6. Behandeling meerjarenbegroting 1981 t/m 1985
De voorzitter zegt dat in de vergadering van 29 januari j.l.door verschillen
de raadsleden opmerkingen werden gemaakt over de meerjarenbegroting. Daarop
zou het college in deze vergadering reageren.Te Uwen gerieve, zo zegt hij,
heeft het college in algemene termen een reactie gegeven op datgene wat de
vorige maal naar voren gebracht is. Die reactie hangt ook wel samen met de
wijze waarop het college vindt dat zo'n meerjarenbegroting benaderd moet
worden.Het is niet denkbeeldig, dat de in de meerjarenbegroting opgenomen
investeringen en de daarbij vermelde bedragen een eigen leven gaan leiden
en dat bijna tot besluitvorming gekomen gaat worden.
Dat moet nu juist vermeden worden. De lijst met investeringen is bepaald
niet volledig. Het moet te allen tijde mogelijk blijven om een onderwerp
waarvan de raad vindt dat het de hoogste prioriteit heeft, aan de lijst
toe te voegen en tot uitvoering te besluiten.
De keerzijde hiervan is dat, wanneer om enige reden een project niet tot
uitvoering komt, er niet door de raad gezegd moet worden van: Hoe kan
dat nu? Natuurlijk moet er dan overleg over zijn, maar het karakter van
de hele meerjarenbegroting is het verschaffen van inzicht in de toekomstige
financiële situatie.
Voorts zegt hijdat het niet zinvol is op dit moment te discussieren over
onderdelen van het investeringsplan. Dat kan in een later stadium gebeuren.
Bij verschillende onderdelen zijn door de raad vraagtekens geplaatst.
Dat zijn zaken die bij de voorbereiding door het college van te nonen
raadsbesluiten mee overwogen zullen worden.