GEMEENTE TETERINGEN
De raad van de gemeente Teteringen;
gezien het bezwaarschrift van 14 oktober 1980 van de Stichting Het
Zuiderkruis, p/a Kapelstraat 46, Breda, tegen het besluit van burgemeester
en wethouders van 9 september 1980 tot het weigeren van een subsidie ten
behoeve van die Stichting;
overwegende, dat de bestreden beslissing is gebaseerd op de overweging,
dat slechts subsidie wordt verleend aan instellingen, die werkzaam zijn
in het belang van de plaatselijke gemeenschap;
dat reclamante niet meer in de gemeente Teteringen, doch in de gemeente
Oosterhout is gevestigd en derhalve niet voldoet aan de bovenomschreven
norm;
overwegende voorts, dat reclamante aanvoert, dat aanspraak op subsidie
kan worden geraakt op grond van historische rechten, zijnde de bijdrage
die voorheen ontvangen werd op grond van de Interim-rijksbijdrageregeling
vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk, peuterspeelzalen en speeltuinen;
dat burgemeester en wethouders in verband met de overgangsbepalingen van
de Rijksbijdrageregeling sociaal-culturele activiteiten en na overleg
terzake met het Provinciaal Bureau Landelijk Contact van het Ministerie
van C.R.M., de Stichting Het Zuiderkruis voornoemd - hoewel niet meer
gevestigd zijnde in Teteringen - voor 1979 toch hebben opgevoerd op de
opgave van de instellingen en groepen, die door de gemeente voor subsidie
in aanmerking werden gebracht;
dat na ontvangst van de rijksbijdrage 1979 daaruit aan reclamante een
subsidie van 2.500,werd toegekend;
dat het verlenen van dit subsidie evenwel niet betekent dat daaraan door
reclamante rechten kunnen werden ontleend op een toekenning in 1980 en
volgende jaren;