-13-
De voorzitter zegt duidelijk te constateren dat er niet gezegd wordt dat
de gemeente geen brieven zou beantwoorden en dat de gemeente geen overleg
met de bewoners zou hebben. Als dit wel de suggestie was, dan zou dat
redelijk ver gaan.
Raadslid Biersma-Brounts antwoordt hierop, dat zij dit inderdaad niet
gezegd heeft.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt aan het adres van raadslid Van Beek,
dat zijn fractie het standpunt van de Sportadviesccmmissie onderschrijft;
daarmee onderschrijft hij ook in grote lijnen het standpunt van het college,
dat zich voorstelt dat dit rapport met al zijn goede en minder goede kanten
een onderdeel van de discussie over de totaliteit zal zijn.
In de verschillende commissievergaderingen is het rapport besproken en er is
steeds vastgesteld dat het een onderdeel is. Het betreft, zoals raadslid
Braat opmerkt, een inventarisatie. Het is toegespitst op het jonge kind.
Zij stelt zich voor, dat het jonge kind in de omgeving van zijn woning moet
kunnen spelen. Voor de oudere kinderen denkt zij aan de sportvelden in de
Hoolstraat en ook aan de sportvelden bij de Dr. Hein Hoebenlaan. Het gaat
hier echter over slechts een gedeelte van de inwoners van dit dorp en,
zoals raadslid Braat opmerkt, men zal ieder recht moeten doen. Ook zij,
die op een andere manier spelen of zij, die het groen wensen te zien als
siergroen, moeten aan hun trekken kunnen komen. Daar zal goed overleg over
gevoerd moeten worden met de aanwonenden en er is geen enkele reden cm te
twijfelen aan de mogelijkheden van dit overleg.
Aan het adres van raadslid Biersma-Brounts zegt spreekster dat zij de
gang van het rapport kan schetsen als een olifantsdracht. Wat het college
vanavond ter tafel brengt is toch het resultaat van een groot aantal
gesprekken. Het zal duidelijk zijn, dat het college geen voorstander is
van het eerst bespreken met groepen van de bevolking van delen van het
rapport, omdat er dan mogelijk verwachtingen gewekt worden die niet waar
geraakt zouden kunnen worden. Het rapport heeft overigens wel ter inzage
gelegen en er zijn enkele reacties op gekcmen. Reeds eerder heeft zij
gevraagd naar de reacties van de huiskamergesprekken die door de Partij
van de Arbeid zijn gehouden, want ook die maken onderdeel uit van het totaal.
Het college stelt zich voor deze prioriteiten niet helemaal op volgorde
af te werken. Dat wil zeggen, dat het college zich niet pas zal buigen over
de bijna-woonerfsituaties als de oude kom naar wens is ingericht, want dan
zijn er wel een aantal jaren verstreken. Op dit mcment zijn de bijna-woonerf-
situaties al onderwerp van discussie in het college. Wanneer er concrete