f. instemming met de raadsbesluiten d.d. 29 mei 1980 en 19 maart 1981
tot wijziging van de Bezoldigingsverordening 1970;
g. goedkeuring van het raadsbesluit van 4 juni 1981 tot aankoop van
grond;
h. besluit inzake herziening wethoudersjaarwedden per 1 januari 1981.
II. diversen
a. verslag van de vergadering van de Commissie Planologische Maatrege
len van 23 maart 1981;
b. verslag van de vergadering van de Commissie Financiën van 20 juli
1981;
c. mededeling van de Arrondissementsrechtbank te Breda inzake de
beëdiging van mevrouw W.Th. Verbakei-Kettering tot ambtenaar van de
burgerlijke stand;
d. jaarverslag 1980/81 openbare scholen;
e. 2e wijziging begroting 1981 van het gemeenschapshuis "'t Web";
f. beleidsnota Volksuniversiteiten van de Bond van Nederlandse Volks
universiteiten
g. rondschrijven Kunstenbond FNV inzake bezuiniging op de gemeente
lijke uitgaven voor kunsten en kunstzinnige vorming;
h. rondschrijven van de Belangengroepering De Kleine en Kleiner worden
de School met advies V.N.G.;
i. "Geknipt voor het raadslid", nummer 14.
De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
Voorstel inzake de Stadsgewestelijke nota "de bakans verzet"
Raadslid Braat zegt dat zijn fractie kan insterrmen met de beslispunten zoals
ze door het college becommentarieerd zijn. Het enige concrete punt, waar hij
over zou willen spreken, heeft betrekking op de politieke fractievorming.
Mocht men na studie en overleg eventueel tot politieke fractievorming be
sluiten dan zal zijn fractie dat afwijzen, omdat zij bang is dat politieke
fractievorming in het Stadsgewest zal leiden tot de zo zeer gevreesde
vierde bestuurslaag.
Raadslid Schreinemachers zegt dat zijn fractie met de meeste beschouwingen,
die het college aan de beslispunten wijdt, kan meegaan.
Bij de Gezondheidsdienst plaatst het college de kanttekening: "Met betrekking
tot het inpassen van nieuwe taken is de nodige voorzichtigheid geboden,
gezien de daaraan verbonden financiële consequenties". Hij vreest dat dit
een conclusie is, die voortvloeit uit de totale stijl die de nota kenmerkt.
Er wordt iets in betoogd dat verder toch eigenlijk niet zoveel om het lijf
heeft. Het is toch zonder meer duidelijk dat, wanneer er een gewestelijke