opmerkingen haar voordeel te doen.
De opmerkingen betreffende de renovatiekosten roept bij zijn fractie enkele
vragen op. Deze zijn:
a. Door het Rijk wordt de rente over de meerkosten van de renovatiewerkzaam
heden niet geaccepteerd. Is deze aanvraag ingediend?
b. Een renteverrekening is achterwege gelaten. Waarom? De conclusie is toch
dat de gemeente deze rente zal moeten betalen?
c. Het rentébedrag wegens vóór financiering door de gemeente bedraagt
30.000.t.w. 13.500.over 1978 en 16.500.over 1979.
d. Deze post wordt nog verhoogd met 7.500.wegens rente tijdens de
bouw op de renovatiekosten. Bijschrijving op de rekening-courantrekening
heeft (nog) niet plaats gevonden.
e. De geraamde renovatiekosten zijn aanmerkelijk overschreden. De huren zijn
echter slechts verhoogd op basis van de geraamde kosten.
f. Hoe de uiteindelijke kosten zullen worden gefinancierd en de hogere lasten
zullen worden gedekt, dient nog te worden vastgesteld.
g. Kosten renovatie 878.152,55
ontvangen van het Rijk 587.491.
Verschil 290.661,55, hetgeen is voorgefinancierd
door de gemeente. Zijn fractie neemt aan, dat dit verschil alsnog door het
Rijk zal worden betaald.
h. Tot en met 1979 bedragen de nadelige saldi van de woningcomplexen 1 t/m V
(in renovatie) van het Woningbedrijf 43.905,33.
Met welk bedrag dit totaal moet worden verminderd indien geen vertraging
had plaats gevonden, kan hij niet beoordelen.
Afgaande op de geraamde oplevering van 160 werkbare dagen en de uiteindelijke
oplevering na 700 werkdagen, schat zijn fractie een bedrag van
20.000.minder baten als gevolg van die vertraging.
Samenvattend is de konklusie van zijn fractie:
de financiële konsekwenties van de renovatie kosten de Gemeenschap extra
57.000.
Hij zal niet omzien in wrok, maar wil wel stellen, dat juist die financiële
konsekwenties door hem reeds in 1977 in de vergadering van 27 september aan
de orde zijn gesteld. Het antwoord van het college op desbetreffende vragen
vas:
"De konklusie inzake de kosten van de renovatie laat het college voor Uw
rekening". Dat antwoord heeft ham toen diep gegriefd.
Hij wil verder nog verwijzen naar de notulen van 16 augustus 1977, 28 november
1978, 24 april en 24 september 1979 en verder naar de Algemene Begrotings
beschouwingen van 1979 en 1980.
