GEMEENTE TETERINGEN
De raad van de gemeente Teteringen;
beschikkende op het beroep, ingesteld namens de heer H. van der Jagt,
Henegouwerlaan 29b, Rotterdam, gedateerd 28 juli 1981, ontvangen ter
secretarie 30 juli d.a.v., om voorziening tegen het besluit vein burge
meester en wethouders van 14 juli 1981 waarbij de door reclamant gevraagde
vergunning voor het vernieuwen en vergroten van een berging op het perceel
kadastraal bekend als gemeente Teteringen, sectie A nummers 602 en 684,
plaatselijk bekend als Hoeveneind 130, is geweigerd;
overwegende dat reclamant voornoemd op 20 mei 1981 burgemeester en
wethouders om vergunning heeft verzocht voor bovenvermeld bouwplan;
dat burgemeester en wethouders bij besluit van 14 juli 1981 de gevraagde
vergunning hebben geweigerd aangezien het bouwplan noch in overeenstemming
is met de voorschriften van het bestemmingsplan "Buitengebied 1974",
noch voldoet aan redelijke eisen van welstand;
dat dit besluit op 23 juli j.l. in afschrift aan reclamant is verzonden;
dat het verzoek om voorziening tijdig is ingediend en reclamant derhalve -
in zijn bezwaar kan worden ontvangen;
overwegende dat ingevolge voornoemd bestemmingsplan op het perceel van
reclamant de bestemming rust van "natuurgebied met recreatief gebruik";
dat op dit bouwplan van toepassing is paragraaf 18 van de bestemmingsvoor--
schriften, op grond waarvan geen bebouwing mag worden opgericht, behoudens
met vrijstelling van burgemeester en wethouders - gehoord de hoofdingenieur
directeur voor de landinrichting in de provincie Noord-Brabant, ter zake van
de noodzaak om ter plaatse te bouwen - voor het bouwen van
1. een bouwwerk uitsluitend ten dienste van het beheer en onderhoud van
het natuur- en bosgebied;
2. een zgn. brandtoren;
3. een zgn. hoogzit ten behoeve van de jacht;
4. een voederberging of -ruif voor het wild;
5. kavelscheidingen en/of wildrasters;
