-8-
De nota van aanbieding gelezen hebbend, komen we tot de conclusie, dat het
een redelijk sober, enigszins terughoudend verhaal is dat ons inziens past,
enerzijds bij de huidige economische situatie, anderzijds bij het feit, dat
deze raad op zijn laatste benen loopt.
Onze financiële positie mag nog steeds gezond genoemd worden, niet omdat we
het vandaag zo goed doen, maar waarschijnlijk veel meer, omdat er in het verleden
een realistisch beleid gevoerd is en ons niet hebben laten verleiden tot het
realiseren van dure en in deze tijd financieel opbrekende prestige-objecten.
Dit realistische beleid geeft ons nu ook nog de mogelijkheid om, in tegen
stelling tot vele andere gemeenten, zij het gefaseerd, datgene voor onze
gemeenschap te doen wat gewenst en/of noodzakelijk is.
Daarnaast zijn er een aantal ontwikkelingen, waar we niet of nauwelijks in
vloed op hebben, doch die niet buiten beschouwing mogen blijven.
U noemt er enkele:
- de ontwikkeling van de rentestand
en tegenvallend bevolkingsverloop
- verlaging van de uitkering uit het gemeentefonds, die er fors gaat inhakken
- achterblijven van grondverkopen.
Deze zaken leveren in vier jaar tijd een verkrapping op van 170.000.
oplopend naar ruim 300.000.
Voorzitter, wij zijn van mening dat wij aan deze negatieve ontwikkeling,
anwille van de realiteit, hier aan toe moeten voegen:
- de recentelijk aangekondigde verdere besnoeiingen van de overheid
- het sterk oplopend aandeel sociale uitkeringen
- de verlaging van de koopkracht van de individuele burger ;in dit kader
beslist niet de minst belangrijke ontwikkeling.
Met name dit laatste zullen we veel meer dan in het verleden in onze over
wegingen t.a.v. lastenverzwaring voor onze inwoners moeten laten meewegen.
Met deze ontwikkelingen in het achterhoofd wil ik nu ingaan op het door U
gepresenteerde investeringsplan in de meerjarenbegroting, die enige verfijning
heeft ondergaan en die we als een onmisbaar hulpmiddel ervaren in ons streven
om een verantwoord beleid te voeren. Vooral omdat ze ons inzicht verschaft in
de langere termijneffecten van met name de investeringen.
We willen zeker stilstaan bij de investeringen t.a.v. het verkeersstructuurplan
in de meerjarenbegroting:
5 jaar lang 500.000.— ofwel 2/3 deel van de totaal te verwachten investe
ringen worden opgeslokt door het verkeersstructuurplan.
We zijn er nu bepaald nog niet van overtuigd, dat dat allenaal moet.