-16-
waarbij de burgers hun vertegenwoordigers kozen en zich verder
nergens meer iets van aantrokken. Thans wordt een en ander aange
vuld met een voortdurende betrokkenheid van de burgers bij het
bestuur en spreken we over een betrokkenheidsdemocratie
Op die ontwikkeling dient een gemeentebestuur dan ook goed in te
spelen. Waarlijk niet altijd een makkelijke taak, een taak die
geduld, tijd en de juiste mentaliteit vraagt, van bestuurders én
ambtenaren!
Een betrokkenheidsdemocratie is mede gebasserd op openheid en open
baarheid van bestuur.
Begrippen, voorzitter, ik zei het vorig jaar al, en daarin is helaas
nog niets veranderd, die vaak door elkaar gehaald worden. Openbaarheid
van bestuur impliceert geenszins openheid van bestuur. Openbaarheid is
slechts één van de middelen die leiden tot een open bestuur.
Hoewel U het naar mijn mening wat ongelukkig formuleert in Uw Nota van
Aanbieding, meen ik toch uit Uw tekst ongeveer hetzelfde te kunnen op
maken. Daarover zijn we het dus eens. Uw conclusie echter mede daarom
de openbaarheid van de commissievergaderingen af te schaffen is naar
mijn mening, op grond van de door U aangedragen argumenten wel wat dl
te voorbarig! Uw voorstel, voorzitter, valt des te meer te betreuren
als wij ons nogmaals in herinnering roepen höe die openbaarheid van
canmissievergaderingen tot stand is gekomen. De op dat manent noodza
kelijke discussie in de raad en de ampele overweging daarvan door raad
èn college werd geblokkeerd en nu zitten we dan ook daadwerkelijk met
de brokken.
Zonder meer achter het begrip "openbaarheid" aanhollen, ondat het zo
leuk progressief staat, is een slechte zaak, het is echter nog slechter
een dergelijke verworvenheid terug te draaien op grond van vage argumen
ten. Daarom zou ik U voor willen stellen de op- en aanmerkingen ten
aanzien van de openbaarheid van de commissievergaderingen, die U vandaag
vanuit de raad hoort, rustig te overwegen en één van de volgende raads
vergaderingen met een concreet voorstel terug te komen, waarin u dan
ook duidelijke alternatieven aangeeft om te kcmen tot een door de WD
bepleit Cpen Bestuur.
Tenslotte, voorzitter, vraag ik mij af of een dergelijke belangrijke
beslissing steekt op een paar maanden. Om voor de derde keer in een
raadsperiode te gaan sleutelen aan de commissies lijkt mij wat veel.
Waarom dan ook niet gewacht tot de volgende raadsperiode? Het zal immers
de nieuwe raad zijn die straks met ons besluit moet funktioneren. We
hebben nu twee jaar geëxperimenteerd, dat kunnen er ook twee en een
half worden!