GEMEENTE~23tETERINGEN
Raadsvergadering 25 februari 1982. Agendanr. ^0
Voorstel tot het vaststellen van het bedrag per leerling over 1982.
Teteringen, 9 februari 1982.
Aan de Raad,
Ingevolge artikel 55 bis van de Lager-onderwijswet 1920 dient de raad van een
gemeente, waar één of meer openbare lagere scholen in stand worden gehouden
jaarlijks vóór 1 maart het bedrag per leerling voor dat jaar vast te stellen.
Dit bedrag kcmt in het kader van de financiële gelijkstelling tussen het
openbaar en het bijzonder onderwijs gelijkelijk toe aan de bijzondere scholen
voor lager onderwijs.
Ter berekening van het bedrag per leerling hebben wij in overleg met het
hoofd der school een opstelling gemaakt van de te verwachten exploitatiekosten
van "De Springplank"
Rekening houdend met een bedrag van 36,15 per leerling voor administratie
kosten en 33.per leerling voor gymnastiekonderwijs, wordt het totaal
der kosten voor het openbaar lager onderwijs voor dit jaar geraamd op
35.439,12.
De nadere specificatie van dit bedrag in de verschillende kostenposten is
aangegeven in het ontwerp-raadsbesluit dat in het raadsdossier ter inzage
is gelegd.
Alhoewel de totale kosten van het- in stand houden van de openbare lagere school
ten opzichte van 1981 38.064,40) zijn verminderd, stijgt het bedrag per
leerling ten opzichte van dat jaar 464,20) toch met 6%.
Dit wordt veroorzaakt door een afname van het leerlingenaantal met 10 tot een
niveau van 72 leerlingen.
Het bedrag per leerling als bedoeld in artikel 55-bis van de IO-wet 1920
kcmt zodoende voor 1982 uit op 492,21.
Teneinde Uw raad een indicatie te geven omtrent de hoogte van dit bedrag volgt
hieronder een vergelijking met de bedragen van dit en van het vorige jaar uit
een aantal omliggende gemeenten:
