GEMEENTE TETERINGEN
/7
De raad van de gemeente Teteringen;
BESLUIT:
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 februari 1982?
gelet op het bepaalde in artikel 170 van de gemeentewet;
aan de Mixed Hockey Club Teteringen, gevestigd te Teteringen in leen te
verstrekken een bedrag groot negentig duizend gulden 90.000,
en zulks onder de volgende voorwaarden:
1. dat de lening wordt verstrekt voor een tijdvak van dertig achtereenvolgende
jaren en dat van gemold kapitaal of restant daarvan een rente moet worden
betaald gerekend tegen elf drie]gvart ten honderd per jaar welke rente zal
verschijnen in halfjaarlijkse termijnen op de dertigste juni en de eenender
tigste december van ieder jaar, eerstmaal de dertigste juni aanstaande over het
alsdan verstreken tijdvak;
2. dat alle betalingen zullen geschieden ten kantore van de gemeente Teteringen
of van een door de gemeente Teteringen aan te wijzen bank- of giro-instelling;
3. dat de schuldenaar zich niet op schuldvergelijking zal kunnen beroepen?
4. dat rente en aflossing van de lening op basis van annuïteiten, door de schulde
naar moet worden voldaan in halfjaarlijkse termijnen op de verschijndagen der
rente, voor de eerste naai op 30 juni 1983;
5. dat de hoofdsom en het eventuele restant daarvan te allen tijde terstond en
zonder enige waarschuwing kunnen worden opgeëist, met de rente tot de dag der
terugbetaling en drie maanden extra-rente, in de volgende gevallen:
bij niet-prcmpte voldoening der rente of aflossing op de verschijndagen, bij
ontbinding der vereniging, wanneer de goederen van de vereniging geheel of
gedeeltelijk door derden mochten worden in beslag genomen, bij eigendomsover
dracht, tenietgaan of onteigening van de hierna te melden onroerende goederen,
geheel of gedeeltelijk, wanneer de schuldeiser ontvangt een aanschrijving als
bedoeld in artikel 25 van de Woningwet met betrekking tot het hierna vermelde
perceel, alsmede bij overtreding, niet-nakoming of niet behoorlijke nakoming
door de schuldenaar van een of meer der bij de akte van geldlening gemaakte
bepalingen en bedingen;
6. dat op het einde van elk kalenderjaar buitengewone aflossingen van honderd
gulden of veelvouden van dit bedrag geoorloofd zijn zonder dat de schuldenaar
gehouden is tot betaling van een vergoeding of boete voor vervroegde aflossing.
Van het voornemen tot buitengewone aflossing zal schuldenaar aan schuldeiser