-7-
Hoe is de toestand van de rest van de riolering en wordt daar
regelmatig onderzoek naar gedaan?
De voorzitter zegt dat het college er inderdaad toevallig achtergekomen
is dat de riolering in zeer slechte staat verkeert. Dit riool dattert
van 1933.
Het staat bekend als het Hero-riool. Destijds loosde deze fabriek haar
produktie water hierop.
Rioolbuizen verslijten en de kwaliteit van het beton van dit riool is
uitermate slecht. Dat heeft ertoe geleid, dat er enige tijd geleden
een gat gevallen is in de Hoolstraat. Dat heeft zich onlangs herhaald.
Er moeten nu dan ook afdoende maatregelen genomen worden.
Op de normaal in gebruik zijnde rioleringen, wordt regelmatig controle
uitgevoerd.
Raadslid Joosen vraagt in tweede termijn of het col lege de garantie
kan geven, dat de aansluiting van de riolering, op de put in de
Hoolstraat nu eens wel goed uitgevoerd zal worden.
De voorzitter verzekert dat er goed toezicht zal zijn op de uitvoering
van dit werk.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
7. Voorstel tot het verhuren van gemeentelijke terreinen voor het genot
van de jacht.
Raadslid Biermsa-Brounts vraagt hoe het toezicht op de jacht geregeld is?
De voorzitter antwoordt hierop dat er door de Politie een strenge controle
wordt uitgeoefend op het jagen.
Jachtterreinen moeten aan een bepaalde afmeting voldoen en jagers moeten
een examen afleggen om in aanmerking te kunnen komen voor een jachtakte.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
8. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met de Stichting Katholiek
Onderwijs Teteringen inzake het vakonderwijs in muziek.
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
9. Voorstel tot vaststelling van het getal werkelijke lesuren voor
vakonderwijs als bedoeld in artikel 101 bis van de Lager-Qnderwijswet 1920
Raadslid van Geffen zegt in het pre-advies gelezen te hebben dat de te
ontvangen rijksvergoeding overeenkomt met de kosten van het te geven
vakonderwij s