-11-
van 70% bereikt moet worden, moeten er op die inflatie-correctie nog
enige procenten bij om een schoksgewijze tariefsverhoging te voorkomen.
Het college is in dit verband overigens van mening dat in de huidige
situatie met een meeropbrengst van 3.000,kan worden volstaan. Een
pas op de plaats is niet verstandig omdat het vrijwel zeker is dat men
dan in de volgende jaren de rekening gepresenteerd krijgt in de vorm
van een forse, schoksgewijze tariefsverhoging.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt dat de gemeente een grote kostenstijging
te wachten staat omdat de lonen van het B.S.W.-personeel, o.a. op de
tennisbanen te werk gesteld, geleidelijk aan voor een groter gedeelte
ten laste van de gemeente gaan komen. Als niet reeds nu met dit gegeven
rekening wordt gehouden, zal in 1985 een dekking van 70% niet mogelijk
blijken te zijn.
De voorzitter zegt naar aanleiding van de procedurekwestie nog enkele
opmerkingen te willen maken. Hij citeert hierbij het volgende uit de
vastgestelde notulen van de raadsvergadering van 25 februari j.l.
'"De voorzitter zegt aan het adres van raadslid Joosen dat de commissie
"Financiën inderdaad in een eerder stadium gehoord had moeten worden.
"De tijd was echter beperkt omdat de aanvrage om een rijksbijdrage moest
"geschieden vóór 1 maart. In het pre-advies had inderdaad moeten staan,
"dat de commissie nog moest worden gehoord.
"Spreker zegt toe in de toekomst te proberen deze zaken eerder in de
"commissie te brengen, hoewel dit in sommige gevallen tot vertraging kan
"leiden. De slagvaardigheid mag naar de mening van het college echter
"niet in het gedrang komen".
Spreker is van mening dat het goed is om de tarieven voor de tennisbanen
vast te stellen vóór 1 april. Dit is de laatste vergadering voor die
datum en het zou een slechte zaak zijn om besluitvorming nog een maand
uit te stellen.
Als er gezegd wordt dat er grove leugens in de pre-adviezen staan dan
heeft raadslid Joosen daar gelijk in. Er staat namelijk in het onder
havige pre-advies: "de Sportadviescommissie en de commissie Financiën
hebben wij ter zake gehoord". Daar had moeten staan en spreker veront
schuldigt zich daarvoor: "de Sportadviescommissie en de commisie
Financiën hebben wij ter zake gehoord c.q. zullen wij ter zake horen".
De commissie Financiën heeft inmiddels vergaderd en heeft zich met het
voorstel accoord verklaard.
Voor de niet juiste formulering, overigens een formele kwestie, biedt hij
de nederige excuses van het college aan.
Het schijnt de leden van de raad niet geheel duidelijk te zijn dat het hier