-16-
Dat zal over een maand of wat kunnen gaan gebeuren.
Wethouder Rienks-Schiedon is van mening dat raadslid Joosen het jaarlijks
vaststellen van de nieuwe tarieven bedoelt. Wij hebben daar al over gespro
ken in de sportadviescommissie en we hebben ook een gesprek hierover
gehad met de tennisvereniging. Het college streeft naar een nog vroegere
datum voor vaststelling van de tarieven voor de tennisbanen.
De voorzitter zegt tot raadslid Biersma-Brounts dat aan het adres van het
college uitgesproken is dit is een slechte manier van handelen, dit is
een slechte manier van vergaderen". Dat heeft zich toegespitst op de
voorzitter. Ik, zo vervolgt hij, vraag daarop: zou U een en ander met
argumenten willen onderbouwen?" U zegt dan: "inhoudelijk ben ik het met
U eens". Verder komt er dan zo heel veel niet meer uit. Dan moet U kunnen
begrijpen, dat wij een opmerking over afkeuring van het handelen van het
college niet als zodanig kunnen accepteren. Met name omdat er niet de
argumentatie onder ligt.
Raadslid Biersma-Brounts Dan moet U de band maar eens afluisteren voor
zitter, dan hoort U het heel goed.
De voorzitter: Als die argumentatie niet gegeven wordt, dan vind ik dat
het uitspreken van een afkeuring "onwaarachtig" is.
Ik wil met U samen best de band afluisteren. Ik constateer overigens dat
U ook zegt: inhoudelijk heeft U terzake gelijk".
Raadslid Biersma-Brounts: Daar ging het mij ook helemaal niet om.
De voorzitter: We zullen samen een keer de band afluisteren.
Raadslid Biersma-Brounts: neen, dank U wel.
De voorzitter: U kent inmiddels de mening van het college.
Wethouder Rienks-Schiedon zegt dat er een voorstel ligt over de tarifering
van de tennisbanen. Zij heeft begrepen, dat raadslid van Beek graag een
globaal idee over de grondslagen van de komende tarievenregeling wilde
hebben.
Dat is nog dermate prematuur, dat zij daarover thans nog geen mededeling
kan doen. Een en ander zal eerst door het college in overweging genomen
moeten worden.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
9. Voorstel tot het vaststellen van een verordening als bedoeld in artikel 9
tweede lid, van de Winkelsluitingswet 1976.
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
I.
