GEMEENTE TETERINGEN
Raadsvergadering 29 april 1982.
Agendanr.2
Beëdiging van het raadslid mevrouw C.C.Weima-Casparij
Teteringen, 19 april 1982.
Aan de Raad
Cp 15 april j.l. is door Uw Raad besloten tot toelating van mevrouw
C.C.Weima-Casparij als lid van de raad ter opvolging van het raadslid
jhr.A.van Rijckevorsel van Kessel.
In artikel 45 van de gemeentev/et is voorgeschreven, dat het raadslid
bij het aanvaarden van zijn betrekking in handen T an de Voorzitter een
zuiverings-en ambtseed (c.q.-belofte) moet af .leggen.
De tekst van de eed (verklaring en belofte) van zuivering luidt als volgt:
"Ik zweer (verklaar)dat ik, om tot lid van den Raad te worden benoemd
directelijk of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat naam of voor
wendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb. Ik zweer
(verklaar)dat ik om iets hoegenaamd - in die betrekking te doen of te
laten, van niemand hoegenaamd eenige beloften of geschenken aannemen zal,
directelijk of indirectelijk, zoo waarlijk helpe mij God almachtig.
(Dat verklaar en beloof ik)
Van de ambtseed(belofte)die aansluitend wordt uitgesproken, luidt de
tekst als volgt:
"Ik zweer (beloof) trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks, en
dat ik de belangen der gemeente Teteringen met al mijn vermogen zal
voorstaan en bevorderen. Zoo waarlijk helpe mij God almachtig.
(Dat beloof ik)
De aflegging van de voorgeschreven eden(beloften) is voorwaarde voor de
uitoefening van het ambt. Mevrouw Weima-Casparij zal tot het afleggen er
van worden uitgenodigd.
Burgemeester en wethouders van Teteringen
Aarts
burgemeester
Mertens
secretaris