Artikel E 4
De ambtenaar die in verband met de uitoefening van zijn werkzaam
heden aan bijzonder gevaar voor zijn gezondheid blootstaat, dan wel
voor een goede vervulling van zijn betrekking aan bijzondere
gezondheidseisen moet voldoen, is verplicht zich aan een periodiek
geneeskundig onderzoek te onderwerpen, indien zulks naar het oordeel
van burgemeester en wethouders, na overleg met de bedrijfs
gezondheidsdienst, noodzakelijk is.
Artikel E 5
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bedrijfsgezondheidsdienst
opdracht te geven de ambtenaar aan een geneeskundig onderzoek te
onderwerpen:
a. indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijkerwijs
aanleiding bestaat tot twijfel aan een goede gezondheidstoestand van
de ambtenaar;
b. indien de ambtenaar niet of niet langer volledig geschikt is gebleken
voor het naar behoren vervullen van zijn betrekking, zulks teneinde
na te gaan of hiervoor medische oorzaken zijn aan te wijzen.
2. De ambtenaar is verplicht zich aan een onderzoek, als bedoeld in het
vorige lid, te onderwerpen.
Artikel E 6
1. Indien bij een onderzoek, als bedoeld in artikel E 4 of artikel E 5,
blijkt van een zodanige lichamelijke of geestelijke toestand van de
ambtenaar, dat naar het oordeel van de bedrijfsgezondheidsdienst de
belangen van de ambtenaar, die van de dienst of die van de bij de
dienstuitoefening betrokken derden zich tegen voortzetting van zijn
betrekking verzetten, dan wordt de ambtenaar door burgemeester en wet
houders buiten dienst gesteld.
2. Een buitendienststelling, als bedoeld in het vorige lid, vindt niet plaats
indien, naar het oordeel van de bedrijfsgezondheidsdienst, de lichamelijke
of geestelijke toestand van de ambtenaar het wenselijk maakt dat hij tijde
lijk met andere werkzaamheden wordt belast, indien en voorzover deze voor
handen zijn. In dat geval is artikel E 12 van overeenkomstige toepassing.