Indien na ingewonnen advies van de bedrijfsgezondheidsdienst blijkt, dat
de ziekte van de ambtenaar in overwegende mate haar oorzaak vindt in de
aard van de hem opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden
waaronder deze moesten worden verricht, en dat deze niet aan zijn schuld of
nalatigheid is te wijten, geniet hij gedurende de verhindering wegens ziekte
de volle bezoldiging.
Indien en voor zolang de ambtenaar voor ten hoogste 55% van de voor hom
vastgestelde werktijd wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking te ver
vullen, geniet hij ook, na het verstrijken van de in de leden 1 en 2 genoemde
termijnen, gedurende deze verhindering de volle bezoldiging. Deze verhinde
ring wordt voor het vaststellen van de in de leden 1 en 2 genoemde termijnen
buiten beschouwing gelaten.
Een opnieuw ingetreden verhindering tot het vervullen van de betrekking
wegens ziekte wordt voor het bepalen van de in de leden 1 en 2 genoemde
termijnen als een voortzetting van de vorige verhindering beschouwd, tenzij
die verhindering zich voordoet nadat ten minste dertig kalenderdagen zijn
verstreken sedert du ambtenaar zijn betrekking volledig heeft hervat.
Ten aanzien van de ambtenaar die wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking
te vervullen, kan worden bepaald dat hij zijn betrekking slechts weer zal
mogen vervullen indien burgemeester en wethouders, gelet op het advies van
de bedrijfsgezondheidsdienst, daarvoor toestemming verlanen onder bepaling
van de mate waarin de hervatting kan geschieden. Deze toestemming is in
ieder geval vereist wanneer de ambtenaar gedurende meer dan een jaar vol
ledig verliinderd is geweest zijn betrekking te vervullen.
Artikel E 12
Indien de ambtenaar tijdens de verhindering tot het vervullen van zijn
betrekking, op grond van een aan burgemeester en wethouders door de be
drijfsgezondheidsdienst uitgebracht advies, in het belang van zijn
genezing wenselijk geachte arbeid voor derden verricht, worden - zolang
hij krachtens artikel E 11 aanspraak kan maken op zijn volle bezoldiging -
de inkomsten uit deze arbeid op die bezoldiging geheel in mindering
gebracht.
Gedurende de tijd, dat de ambtenaar krachtens artikel E 11 aanspraak kan
maken op 80% van zijn bezoldiging, worden de in het eerste lid bedoelde
inkomsten op dat bedrag in mindering gebracht, voor zover deze 20% van