Vrij stellingen Artikel 7. 1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid wordt een in artikel 1, eerste lid bedoelde belasting niet geheven ter zake van a. gebouwde eigendommen met inbegrip van de ondergrond en van hun gebouwde en ongetouwde aanhorigheden, v/elke in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinnings bijeenkomsten in de zin van de artikelen 13 en 14 van. de Wet Premie Kerkenbouw (Stb. 1962, 538); b. gebouwde eigendommen - niet zijnde aanhorigheden van de in letter a. bedoelde eigendommen - met inbegrip van de ondergrond en van hun gebouwde en ongebouwde aanhorigheden of gedeelten van zodanige eigen dommen, welke feitelijk worden gebruikt als pastorie; c. gebouwde eigendommen voorzover de ondergrond daarvan bestaat uit ten behoeve van de land- of to stouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuur grond; d. onroerende goederen, welke in hoofdzaak worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente; e. straatmeubilairwaaronder worden verstaan alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstal- laties, standbeelden, monumentenfonteinen, banken, abris, hekken, palen; f. de tot begraafplaatsen en urnentuinen behorende getouwde eigendommen en crematoria met hun gebouwde en ongebouwde aanhorigheden; g. de tot openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail behorende kunstwerken, zoals viaducten, aquaducten, bruggen, tunnels en sluizen; h. waterverded.igings- en water beheer singswerken, zoals bemalingsinstal- laties, waterkeringen en andere kust- en oeververdedigingswerken i. rioleringswerken en rioolwaterzuiveringsinstallaties met hun getouwde en ongebouwde aanhorigheden, die in eigendom of beheer zijn bij een publiekrechte1ijk lichaam; 'jongebouwde eigendommen, niet zijnde, aanhorigheden van gebouwde eigendommen. -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 21