-18-
De voorzitter verleent hierna het woord aan raadslid van de Kreeke,
die spreekt als volgt:
Algemene Beschouwingen 1983
Voorzitter, de fractie van de Partij van de Arbeid heeft in de voor
afgaande jaren nogal wat kritische geluiden laten horen over de
beleidsvoornemens van het college zoals die in begroting en nota van
aanbieding zijn neergelegd. Sommige van die geluiden zijn ten aanzien
van hiervoorliggende beleidsvoornemens nog steeds actueel.
Wij willen echter eerst aangeven wat in onze ogen verbeterd is en
waardering verdient. Dat is allereerst de overzichtelijkheid en de
leesbaarheid van de begroting. Een woord van waardering aan het adres
van het college en van de betreffende ambtenaren is hier op zijn plaats.
De toelichting en de verwijzingen maken veel puzzelwerk overbodig.
Verder hebben we ook het jaarverslag van de sociale dienst in dank
aanvaard. En met een aantal beleidsvoornemens kunnen wij vanzelfsprekend
instemmen. Alvorens op deze voornemens in te gaan, wil ik iets ter
sprake brengen dat niets kost, althans materieel niets kost.
Staat u mij toe voorzitter, kort te citeren uit een publicatie die
niet genoeg onze aandacht kan krijgen.
In een klein dorp kunnen de bewoners nog gemakkelijk zeggen
schap hebben over de sportvoorzieningen, het gemeenschapshuis, het
groen in het dorp en nog veel meer (ik ben geneigd hierbij te denken
aan garageboxen)Het bestuur van het dorp kan nog gemakkelijk een
zaak zijn van bevolking en gemeentebestuur samen.
De publicatie waar ik op doel is het verkiezingsprogramma van de
Partij van de Arbeid in ons dorp. Voorzitter, het is jammer dat overheden
zo vaak aan betutteling doen. Het is ook jammer en bovendien vreemd,
dat de Partij van de Arbeid in dit opzicht een roepende in de woestijn
blijft. Misschien moeten we, voorzitter, in een tijd van economische
malaise de dingen die geen cent kosten, een wat warmer hart toedragen.
Ik kom dan toe aan de beleidsvoornemens van het college. Het college
zal "nadere voorstellen doen"het college "zal de raad nader informeren"
het college "beraadt zich" en, als klap op de vuurpijl: het college
"verwacht zinvol met de raad te kunnen discussiëren". Gestreeld in
onze ijdelheid spreken we de hoop uit dit als raad ook met het college
te kunnen doen.
Voorzitter, u begrijpt dat wij niet alle beleidsvoornemens even con
creet vinden. Staat u mij toe enkele van deze voornemens met u door
te nemen.