-39-
Rest mij het college en alle ambtenaren voor het vele en grondige
werk, en haar en hun inzet, namens mijn fractie hartelijk dank te
zeggen. Ik wens u en hen veel sterkte toe.
De voorzitter schorst hierna de vergadering.
Na heropening van de vergadering zegt de voorzitter in zijn antwoord
in eerste termijn, dat de vragen, die schriftelijk gesteld zijn en de
antwoorden, daarop door het college gegeven, conform het Reglement
van Orde zijn toegezonden aan de leden, die de vragen gesteld hebben.
Bij volgende gelegenheden zullen zij aan alle leden toegezonden worden.
Nagegaan zal bovendien worden, of ze ook aan de abonnementhouders ter
hand gesteld kunnen worden. De meerjarenbegroting, zo is betoogd, kan
verstoord worden door enige onzekere factoren, te weten de komende
rijksbezuinigingen, het bevolkingsverloop, de renteontwikkeling en de
wijziging van de Wet Financiële Verhouding tussen Rijk en Gemeenten.
De cijfers van de meerjarenbegroting moeten dan ook voorzichtig benaderd
worden. Zij geven overigens nooit meer weer dan een indicatie van kosten
en opbrengsten.Over de feitelijke effecten van de wijziging van de
Financiële Verhouding zullen eind december - begin januari nadere
gegevens bekend worden. In de evaluatie van de meerjarenbegroting, die
over een half jaar zal plaatsvinden, zullen deze effecten opgenomen
worden. De feitelijke bevolkingsontwikkeling wijkt inderdaad af van die,
waarmee in de meerjarenbegroting rekening is gehouden. Deze ontwikkeling
dient nauwkeurig in het oog gehouden te worden en waar nodig zal bij
stelling moeten plaatsvinden. De financiële ruimte, die de begroting
kent, zal bij uitvoering van de plannen in 1983, beslist nodig zijn.
Het is niet zinvol om overzichten te gaan maken van de saldi per
begrotingshoofdstuk. Daarmee zou meer exactheid van cijfers gesuggereerd
worden dan een meerjarenbegroting kan leveren.
De doorwerking van besluiten, genomen in de laatste maanden van het
lopende begrotingsjaar kunnen, omdat de ontwerp-begroting rond de maand
juli al in druk gaat, uiteraard niet meer in dat ontwerp verwerkt worden.
Ze worden echter wel opgenomen in de meerjarenbegroting als overloop-
credieten. De ruimte in die meerjarenbegroting wordt mede bepaald door
het vrijvallen van kapitaalslasten.
Op decentralisatie zoals de heer de Lange die heeft verwoord, kan
slechts gehoopt worden. Al te veel vertrouwen is er daaromtrent niet,
gelet op ervaringen uit het verleden. Decentralisatie is maar al te vaak
het afstoten van taken geweest zonder dat zulks leidde tot decentrali
satie van financiën en personeel.