-16-
Tenslotte voegt hij hier nog aan toe, dat hij tegen het opnieuw
functioneren van de nu leegstaande winkelpanden en de daartoe
benodigde geringe uitbreiding van de bestemming "winkels" geen
bezwaar heeft. Maar het vestigen van een benzinestation als een
soort klantenlokker voor een voordeelmarkt ziet hij op dit moment
als een niet gezond beconcurreren van de gevestigde middenstand,
die daar zelfs bij eventuele prijsverlagingen van haar producten
tot een niveau van zo'n voordeelmarkt niets tegenover kan stellen
en er grotendeels aan ten gronde zal gaan.
Raadslid van de Kreeke zegt stomverbaasd te zijn een collega raads
lid te horen spreken over een benzinestation en allerlei andere zaken.
Hij weet hier helemaal niets van en zal er straks nog op terugkamen.
In het voorliggende voorstel wordt de commissie Ruimtelijke Ordening
genoemd. Waarom is het verslag van de vergadering van die commissie
niet aanwezig bij de raadsstukken? Hij wil graag weten, wie in de
vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening tegen dit voorstel
was. In artikel 6 van de verordening op de commissies van Advies en
Bijstand staat dat, als er in de commissies gestemd wordt, aangegeven
moet worden, hoe de leden hun stem hebben uitgebracht.
Graag zal hij vernemen waarom een of meer commissieleden tegen het
voorstel zijn.
De voorzitter antwoordt hierop dat er één commissielid tegen dit
voorstel was.
Raadslid van de Kreeke vraagt vervolgens, of de voorzitter hem aan
de hand van een duidelijke argumentatie kan aangeven waarom de voorge
stelde uitbreiding noodzakelijk is, waar er nu nog ruimten leeg staan.
Is er contact geweest met de eigenaar van de Scheperij?
Is het college iets bekend omtrent de plannen van die eigenaar?
Moet het voorliggende voorstel mede gezien worden in het licht van die
plannen?
Raadslid Joosen zegt, dat hij het commissielid is dat tegen het voor
stel was, omdat er zo licht werd gesproken over negen parkeerplaatsen.
In "Aller-Lei" van 5 januari j.l. werd melding gemaakt van een verga
dering van de commissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, te
houden op 6 januari. Ook de conmissieleden werden rijkelijk laat op
de hoogte gesteld, maar dat zijn ze gewend. Waarom die abnormale haast?
Weer dat eigenaardige voorstel, waar het gaat om een wijziging van
negen parkeerplaatsen. Alsof het niets is. Op zijn zachtst gezegd
vindt hij dit zand strooien in de ogen van de raadsledenEen stuk