-19-
Als de huidige eigenaar straks met een totaalplan tot uitbreiding
en herinrichting komt, dan zal voor de bouw daarvan een verklaring
van geen bezwaar aan G.S. gevraagd moeten worden. Dit betekent dat
het plan vooraf voor eenieder ter visie gelegd wordt, waarbij het
mogelijk is hiertegen bezwaren in te dienen.
Het college is voornemens eventuele bezwaren te doen toetsen door
de gemeenteraad. Pas daarna zal al dan niet de verklaring van geen
bezwaar gevraagd worden. In een dergelijke procedure behoudt de
gemeenteraad zijn bevoegdheid in het kader van de ruimtelijke ordening.
Naar de mening van het college bestaan er tegen de gevraagde uitbrei
ding ruimtelijk geen bezwaren. Ook het resterend aantal parkeerplaatsen
is voldoende. Daarbij zij uitdrukkelijk aangetekend dat deze parkeer
plaatsen zowel voor het gemeenschapshuis als voor het winkelcentrum
zijn aangelegd. De eigenaar denkt er bovendien aan om het parkeerter
rein ook langs de Donkerstraat bereikbaar te maken via het thans
bestaande gebouw. Over de verdere ontwikkeling en over een eventuele
vestiging van een benzinestation ter plaatse kan pas gesproken worden
nadat het bouwplan is ingediend.
Een slagvaardig beleid vereist dat op een vraag als thans aan het
college gesteld zo spoedig mogelijk antwoord gegeven wordt. Er is
overleg geweest met de commissie Ruimtelijke Ordening en Volkshuis
vesting. Deze commissie heeft met de grootst mogelijke meerderheid haar
instemming met dit voorstel betuigd. Daarbij is de afspraak gemaakt
dat ter zake van de vestiging van een benzinestation en het gebruik
maken van de anticipatiebevoegdheid de commissie zal worden inge
schakeld. Ook de raad zal, zoals nu toegezegd, daarover zijn mening
kunnen geven.
Het winkelcentrum in de huidige vorm functioneert niet goed. Het staat
immers gedurende tal van jaren gedeeltelijk leeg. Een groot gedeelte
van de Teteringse koopkracht vloeit af naar omliggende gemeenten. Het
is alleszins zinvol te pogen die koopkracht in de gemeente te houden.
Het zou daarnaast zeker niet goed zijn, wanneer de gemeente in haar
bevoegdheid tot ordening van de ruimte concurrentie-vervalsende
elementen zou inbouwen.
Een voorwaardenscheppend beleid, waarvan raadslid van Beek sprak,
behoort inderdaad consistent te zijn. In november/december is er voor
de eerste maal contact geweest met de huidige eigenaar. Daarbij is