GEMEENTE TETERINGEN
-Jb-
Raadsvergadering 24 februari 1983. Agendanr. 10
Voorstel tot het vaststellen van het bedrag per leerling over 1983.
Teteringen, 8 februari 1983. -
Aan de Raad,
Ingevolge artikel 55 bis van de Lager-ond.erwijswet 1920 dient de raad
van een gemeente, waar één of meer openbare lagere scholen in stand worden
gehouden jaarlijks voor 1 maart het bedrag per leerling voor dat jaar
vast te stellen.
Dit bedrag komt in het kader van de financiële gelijkstelling tussen het
openbaar en het bijzonder onderwijs gelijkelijk toe aan de bijzondere
scholen, voor lager onderwij s
T'er berekening van het bedrag per leerling hebben wij in overleg met het
hoofd der school een opstelling gemaakt van de te verwachten exploitatie
kosten van "De Springplank".
Rekening houdend met een bedrag van 37,35 per leerling voor administratie
kosten en 34,15 per leerling voor gymnastiekonderwijs, wordt het totaal
der kosten voor het openbaar lager onderwijs voor dit jaar geraamd op
32.193,63.
De nadere specificatie van dit bedrag in de verschillende kostenposten is
aangegeven in het ontwerp-raadsbesluit dat in het raadsdossier ter inzage
is gelegd.
Ten opzichte van 1982 35.439,12) zijn die kosten met ruim 3.000.
afgenomen.
Dit vindt voornamelijk zijn oorzaak in de lagere kosten die voor de post
"verlichting, verwarming en schoonhouden gebouwen" worden geraamd.
Door het terugbrengen van het aantal uren dat aan het schoonhouden van de
gebouwen wordt besteed, is hier een besparing opgetreden.
Verder is er ten opzichte van het voorafgaande schooljaar rekening
gehouden met een verdere terugloop van het leerlingenaantal tot in
totaal 70 leerlingen.
Het bedrag per leerling als bedoeld in artikel 55- bis van de LO-wet 1920
komt zodoende voor 1983 uit op 459,89.