-6-
4. Mededelingen van burgemeester en wethouders
Raadslid Joosen zegt dat zijn fractie tijdens de algemene beschouwingen
het omzetten van de structuurschets in een formeel structuurplan van harte
heeft toegejuicht. Na lezing van een terzake gedaan onderzoek door het
bureau Ruys en Bolder is zij het er mee eens dat dit toch niet gebeurt.
Raadslid van de Kreeke zegt dat hem klachten bereikt hebben over de
knipperlichten aan de Donkerstraat. Hij vraagt of het verkeers-technisch
mogelijk is om de verkeerslichten ook tijdens de werkzaamheden normaal te
laten werken, al staat er 150 meter verder een noodlicht.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt dat die klacht ook het college berekt
heeft. Het is er zich van bewust dat er een niet gevaarloze situatie is
ontstaan. Het is niet mogelijk om de verkeerslichteninstallatie zo in te
stellen, dat die kan blijven functioneren terwijl er 150 meter verder
het noodverkeerslicht voor de afsluiting werkt.
Naar alle waarschijnlijkheid zal vóór de bouwvakvakantie de stremming
weer opgeheven zijn.
Hierna worden de mededelingen voor kennisgeving aangenomen.
5. Voorstel tot het verkopen van grond.
Raadslid Joosen vraagt of er ook plaatselijke architectenbureaus, makelaars
of aannemers in aanmerking komen voor deze soort transacties.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk beantwoordt deze vraag bevestigend.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stenming besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
6. Voorstel tot verhuur van enige percelen bos en heide, gelegen in het
Cadettenkamp, aan de Staat der Nederlanden.
Raadslid van de Kreeke vraagt waarom het college voor verhuur van vijf
jaar is in plaats van voor drie.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt dat alle contracten met de Staat der
Nederlanden voor 5 jaar worden afgesloten. Het college heeft dit geaccep
teerd onder voorwaarde dat er een prijsindexcijfer op de huursom plaats
vindt.
Raadslid van de Kreeke zegt in tweede termijn dat het hier gaat over een
uniek stukje natuurgebied.
Dat gebied wordt nu weer voor een luttel bedrag verhuurd aan het Ministerie
van Defensie.
Daarbij komt nog dat in artikel 7 van de huurovereenkomst staat, dat de
militairen alle oefeningen mogen doen, die zij wenselijk achten zonder
enige beperking.