- 43 -
Namens de kring van burgemeesters en als voorzitter van het
Stadsgewest spreekt vervolgens de heer A. Mater.
Mevrouw de voorzitter, collega, mevrouw Aarts, leden van de raad,
damens en heren.
U zei zoëven, dat ik op twee titels hier zou spreken. Ik doe het
inderdaad; ik maak er nog wel een bij, denk ik. Ik zou er namelijk
op veertig kunnen spreken. Als ik de tijd, die op elke titel toege
meten wordt bij elkaar tel, heb ik zeker recht op een half uur
spreektijd.
Ik ontmoet namelijk de heer Aarts in het Dagelijks Bestuur van het
Stadsgewest, in de Burgemeesterskring, in het Dagelijks Bestuur van
het Streekarchivariaatin het Dagelijks Bestuur van het Samenwer
kingsverband Automatisering. Ik doe maar een greep en last but not
least als buurman. Het laatste blijft; daar hoef ik niet veel over
te zeggen. Een aantal andere zaken kan, naar mijn gevoel, ook rustig
blijven; daar zal ik ook niet teveel over spreken. De nadruk nu op
het Stadsgewest en op de burgemeesterskring, de Baronie van Breda,
die ik vandaag vertegenwoordig, omdat de voorzitter, burgemeester
Merkx uit Breda, tot zijn en onze spijt verhinderd is.
Eerst even het Stadsgewest.
Eind september j.l. bent u tot lid van het dagelijks bestuur benoemd,
nadat u al vele jaren in het algemeen bestuur, met name in de brand
weercommissie, had gefunctioneerd.
Maar nu is het zo dat we elkaar elke veertien dagen en veelal nog
daar tussendoor ontmoeten in de Boschstraat om over de zaken van
het Gewest te spreken. U heeft zich bereid verklaard de in deze
tijd toch wel bijzonder moeilijke portefeuille financiën op u te
nemen en u hebt er zich met grote energie op geworpen. De portefeuille
financiën heeft twee kanten, zoals vele problemen twee kanten hebben,
maar elke rechtgeaarde wethouder van financiën weet dat hij gebruikt
wordt. De moeilijke kant is dat je telkens weer moet proberen de
touwtjes aan elkaar te knopen en af en toe je medebestuurders daarmee
wel eens in de wielen moet rijden. De plezierige kant is dat deze
portefeuille je het recht geeft om je met alles te bemoeien, omdat
er in het gemeentelijk en het gewestelijk bestel niets is, dat geen
financiële gevolgen heeft.