- 34 -
Burgemeester, bij een afscheid als dit hoort natuurlijk een cadeau.
Wij als raadsleden laten ons steeds goed informeren en kennen daarom
ook uw hobbies. Een van die hobbies is het houden van bijen en het
streven uw bijencollecties uit te breiden. Dat laatste is ook
begrijpelijk, want evenals een goede bijenkoningin wil een goede
(lees: financiëel gevoelige) burgemeester zijn bevolking sterk
vergroten. U bent dus al J A M C, ofwel Jarenlang Amateur-imker Met
Collectie-drift.
Wij konden dan ook geen toepasselijker geschenk bedenken dan een
bijenkast, vandaag om stekelig-technische redenen nog maar niet gevuld,
doch morgen of zo spoedig mogelijk voorzien van een complete bijenstaat.
Mag ik u dit geschenk nu, namens alle raadsleden (inclusief de beide
wethouders) en namens de gemeente-secretaris (laten) overhandigen?
Moge deze kast voor u een symbool zijn en blijven van de trouw, aan
hankelijkheid en discipline van het Teteringse volkje jegens haar
koningin (lees: burgemeester) in de afgelopen 10 jaren.
Ik wil deze toespraak besluiten met u nogmaals namens alle raadsleden
en zeker ook namens de Teteringse bevolking dank te zeggen voor alles,
wat u voor onze gemeente gedaan heeft en u en uw gezin onze beste
wensen mee te geven naar Gilze-Rijen.
Wethouder Rienks-Schiedon betoogt vervolgens:
I
Mevrouw de Voorzitter, de loopbaan van de heer Aarts in Teteringen
overziende, kom ik tot de conclusie dat ik niet alleen de langstzitten
de wethouder in dit college ben, waaraan ik de eer te danken heb
vandaag namens het college het woord te mogen voeren, maar dat ik
zelfs de wethouder ben die het langst met onze scheidende voorzitter
heeft samengewerkt. Over de vraag aan wiens volharding dat te danken
is, zullen we ons vandaag maar niet al te lang het hoofd breken.
Mevrouw de voorzitter, geachte raad, genodigden en gasten, mevrouw
Aarts en - toch nog - burgemeester, bij de voorbereiding van dit praatje
kwamen zoals te doen gebruikelijk allerlei herinneringen aan de
afgelopen jaren naar boven. Gekleurde en ongekleurde herinneringen.
Details en futiliteiten worden door de tijd vervaagd. Wat overblijft
zijn de contouren van de herinneringen, gezien in een breder verband
dan de gebeurtenissen op zich. Toch gebiedt de eerlijkheid mij te
zeggen, dat ik mij wèl heel goed herinner dat ik mij - nu bijna vijf
jaar geleden - niet had voor kunnen stellen vandaag met gevoelens van
oprechte spijt deze afscheidswoorden te spreken.