3. Wanneer de wachtgelder op of na de dag, bedoeld in lid 1, inkomsten of hogere inkomsten ver Inrijgt uit arbeid of bedrijf, ter hand genomen vóór evenbedoelde dag, is ten aanzien van die inkomsten of hogere inkomsten het bepaalde in lid 1 van overeenkomstige toepassing. De hierbedoelde vermindering vindt echter niet plaats, .indien de inkom sten of hogere inkomsten het gevolg zijn van algemene loonsverhoging of indien de wachtgelder aannemelijk maakt dat die inkomsten niet het gevolg zijn van verhoogde werkzaamheid of van andere oorzaken, veriaand houdende met het ontslag. 4. Onder inkomsten, bedoeld in de voorgaande leden vrordt niet verstaan: a. de compensatie voor de premie ingevolge de Algemene ouderdomswet en de Algemene weduwen- en wezenwet, welke in die inkomsten is of geacht kan worden te zijn begrepen, tenzij het wachtgeld is verleend uit een betrekking bedoeld in artikel 2, lid 2; b. inkomsten, vernoegen wegens overwerk of als gratificatie. 5. Indien inkomsten worden verkregen uit hoofde van een vrijwillige ver bintenis bij instituten als de nationale reserve, de reserve-, rijks- en gemeentepolitie en de bescherming bevolking, kan worden bepaald dat op die inkomsten de vermindering geheel of gedeeltelijk tot wederop zegging achterwege blijft. Artikel 2 Artikel 13 wordt gevrijzigd als volgt: a. de tweede volzin van lid 1 wordt gelezen als volgt: "Daarbij doet hij, voer zover mogelijk, opgave van de inkomsten die hij uit die arbeid of dat bedrijf zal verkrijgen. b. een vierde lid wordt toegevoegd, luidende als volgt: "4. Het in de voorgaande leden bepaalde vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van de arbeid of bedrijf en de inkomsten daaruit, bedoeld in artikel .12, leden 2 en 3. Artikel 3 De eerste volzin van artikel 21, lid 1, wordt gelezen als volgt: "Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de vrachtgelder wordt aan de nagelaten echtgenoot, een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de bezoldiging als bodoeld in artikel 3 - vermeerderd met de kinderbijslag voor het eerste en -tweede kind, welke de belanghebbende op de dag van overlijden genoot ingevolge de Algemene kinderbijslagwet -, over een tijdvak van drie manden. 11

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 41