De raad van de gemeente Teteringen? gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 juni 1983; BESLUIT: vast te stellen de volgende "VERORDENING TOT DERDE WIJZIGING VAN DE UITKERINGSVERORDENING" Artikel 1 Artikel 2, lid 2, wordt als volgt gelezen: Onder diensttijd bedoeld in lid 1 wordt mede verstaan de tijd doorgebracht in de betrekking waaruit het ontslag, bedoeld in artikel 1, is verleend, indien die tijd op grond van artikel B7 van de Algemene burgerlijke pensioenwet geen diensttijd is in de zin van ovengenoemde wet. Artikel 2 Artikel 8 wordt als volgt gelezen: 1. Wanneer de belanghebbende bedoeld in artikel 4, lid 1, inkomsten verkrijgt uit of in verband met arbeid, waaronder mede wordt verstaan een uitkering krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, of bedrijf, ter hand genomen op of na de dag waarop hem het ontslag is verleend dan wel schriftelijk mededeling is gedaan van het voornemen hem ontslag te verlenen, wordt op de in artikel 4 bedoelde uitkering een vermindering toegepast. Deze vermindering bedraagt: a. indien de inkomsten worden verkregen uit hoofde van een betrekking waarin belanghebbende ambtenaar in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet is of, ongeacht artikel B7 van evengenoemde wet, zou zijn: het bedrag waarmede inkomsten en uitkering sarren de bezoldiging te boven gaan; b. indien de inkomsten worden verkregen uit anderen hoofde: het bedrag waarmede inkomsten en uitkering samen 110% van de: bezoldiging te boven aan;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 50