verkrijgen.
aan artikel 9 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende als volgt:
4. Het in de voorgaande leden bepaalde vindt overeenkomstige toe
passing ten aanzien van de arbeid of bedrijf en de inkomsten
daaruit, bedoeld in artikel 8, leden 2 en 3. 11
Artikel 4
De eerste volzin van artikel 10, lid 1, wordt gelezen als volgt:
1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de belanghebbende,
bedoeld in artikel 4, lid 1, wordt aan de nagelaten echtgenoot een
bedrag uitgekeerd gelijk aan de bezoldiging als bedoeld in artikel 3
- vermeerderd net de kinderbijslag voor het eerste en tweede kind,
welke de belanghebbende op de dag van overlijden genoot ingevolge de
Algemene kinderbijslagwet - over een tijdvak van drie maanden.
Artikel 5
De eerste volzin van artikel 12, lid 1, wordt gelezen als volgt;
1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de belanghebbende als
bedoeld in artikel 11, lid 1 en 2, wordt aan de nagelaten echtgenoot
een uitkering toegekend, gelijk aan de bezoldiging als bedoeld in
artikel 3, berekend over het tijdvak van de dag van overlijden tot
de laatste dag van de tweede maand volgende op die van het overlijden.
Artikel 6
Aan artikel 13 worden de leden 3 tot en met 7 toegevoegd, luidend
als volgt:
3. Voor de toepassing van de vorige leden wordt de werkloosheid
geacht niet te zijn geëindigd, indien belanghebbende ten dele werk
loos is.
11 4. Op de uitkering worden voor 80% in mindering gebracht de inkomsten
uit of in verband met arbeid of bedrijf door belanghebbende al dan
niet in dienstbetrekking verricht in de periode, waarover hij recht
heeft op uitkering ingevolge deze paragraaf.
5. In afwijking van het bepaalde in hét vorige lid wordt het bedrag
van de uitkering niet gewijzigd als de in dat lid bedoelde inkomsten
een vergoeding voor overwerk betreffen, voor zoveel deze het uurloon
te boven gaat. 11