6. De in het vierde lid genoemde inkomsten worden op de uitkering niet in mindering gebracht, voor zover deze door de belanghebbende reeds vóór het intreden van zijn werkloosheid vierden genoten naast de inkomsten uit de betrekking waarin hij werkloos is gewerden. In geval de belanghebbende met ingang van de dag waarop zijn ontslag ingaat meer inkomsten uit of in verband met arbeid, al dan niet in dienstbetrekking, gaat genieten, vindt in afwijking van de vorige volzin het vierde lid wel toepassing voor die meerdere inkomsten tenzij hij aannemelijk maakt, dat die vermeerdering van inkomsten noch het gevolg is van een verhoogde werkzaamheidnoch verband houdt met het ontslag. 11 7. Indien de belanghebbende inkomsten als in de vorige leden bedoeld zonder voldoende reden prijsgeeft dan wel door eigen schuld of toe doen verloren doet gaan, wordt de belanghebbende voor de toepassing van het vierde lil geacht deze nog te genieten. Artikel 7 Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden met ingaing van 1 januari 1983. Aldus besloten in de op - -bare vergadering van 25 augustus 1983 De raad voornoemd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 53