Artikel 14
De tekst van artikel E13, lid 1, wordt vastgesteld als volgt:
Geen aanspraak op doorbetaling van bezoldiging bestaat
a. indien blijkens het geneeskundig onderzoek, bedoeld in artikel
E7, lid 1, er sprake is van een in dat lid, onder c, bedoelde
omstandigheidtenzij de ambtenaar daarvan op grond van zijn
geestelijke toestand geen verwijt kan worden gemaakt;
b. indien de verhindering wegens ziekte zich voordoet binnen een
half jaar na de in artikel B3, lid 1,"bedoelde geneeskundige
keuring en alsdan blijkt dat de ambtenaar hierbij onjuiste infor
matie omtrent zijn gezondheidstoestand heeft verstrekt of gegevens
heeft verzwegen, ten gevolge waarvan de verklaring dat tegen de
vervulling van zijn betrekicing uit medisch oogpunt geen bezwaren
bestaan, ten onrechte is afgegeven, tenzij de ambtenaar aannemelijk
maakt dat hij te goeder trouw heeft gehandeld.
Artikel 15
De tekst van artikel E15, lid 2, wordt vastgesteld als volgt:
Indien de gewezen ambtenaar, bedoeld .in lid 1, met ingang van de
datum van zijn ontslag recht heeft op Invaliditeitspensioen volgens
de bepalingen van de Algemene burgerlijke pensioenwet, behoudt hij
gedurende de periode van zijn ongeschiktheiddoch tot uiterlijk twee
jaar na de aanvang daarvan, zijn laatstelijk op grond van artikel Ell
genoten bezoldiging en wel voor 100% gedurende de earste achttien
maanden van die ongeschiktheid en vervolgens voor 80%.
Artikel 16
Artikel E18, lid 4, wordt gelezen als volgt:
4. Dit artikel vindt geen toepassing op:
a. degene, die op of na het tijdstip van ingang van zijn ontslag in
verband met de aanvaarding van een betrekking van ten minste een
gelijke omvang als die waaruit hij is ontslagen, aanspraak kan maken
op loon of bezoldiging, dan wel op een uitkering krachtens de Ziekte
wet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of een daarmede
gelijk, te stellen wettelijke regeling;
b. degene die in het genot is van een herplaatsingswachtgeld als
bedoeld in artikel K7 van de Algemene burgerlijke pensioenwet