-33-
Vervolgens verkrijgt de heer Joosen, fractievoorzitter van de lijst
Jan Joosen het woord, die als volgt betoogt:
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de Commissaris, als fractievoorzitter
van de lijst Jan Joosen wil ik graag een aanvulling geven op het punt
van de Brabantse gemeenten. Wij zouden het op prijs stellen, dat de
nieuwe burgemeester over enige bestuurlijke ervaring kan beschikken
ten aanzien van het verenigingsleven.
In ons dorp staat het verenigingsleven centraal. Maar liefst 60% van
onze bevolking is lid van een of meer verenigingen.
Het wel en wee van ons dorp staat of valt dan ook met dat verenigings
leven. Ik zou het dan ook op prijs stellen, dat er een man kwam, die
weet, wat een verenigingsleven is en zeker op bestuurlijk niveau.
Wij vinden, dat de nieuw te benoemen burgemeester een gehuwd man dient
te zijn. We willen dit nader omschrijven. Uit het verleden is gebleken,
dat er taken in het college zijn, die specifiek door een man vervuld
dienen te worden. We denken hierbij voornamelijk aan de post: Openbare
Werken. Ons inziens is een man voor deze post beter geschikt dan een
vrouw, gezien o.a. het houden van werkbesprekingen met o.a.architecten
aannemers, uitvoerders. Wij zien ook voor de toekomstige burgemeesters
vrouw een taak in onze gemeenschap. We denken hierbij in de richting
van het welzijnswerk, waarin de echtgenote van de burgemeester in
sociaal oogpunt een belangrijke rol kan spelen. Dank u wel.
De heer Collette, fractievoorzitter van het C.D.A., spreekt tenslotte
aldus: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de Commissaris, als C.D.A.-fractie
zijn wij vanzelfsprekend uitermate blij, de Commissaris, de heer van Agt,
op deze vergadering te mogen begroeten.
In punt 3 van de concept-profielschets, die voor ons ligt, wordt gesproken
van: kleine democratie. Mijn fractie heeft hieruit afgeleid, dat er ook
grote democratie zou bestaan. Een nieuw geluid in de wereld van de
democratie. De C.D.A.-fractie verwacht een nieuwe burgemeester, die
groot is in de verwezenlijking van de democratie, respectievelijk de
democratische gedachte. Tenslotte nog deze opmerking. De profielschets
zou naar de mening van mijn fractie aan duidelijkheid gewonnen hebben,
als de uitdrukking: de meerderheid v an de raad een nadere omschrijving
had gekregen en als vermeld was, wat de minderheid van de verschillende
punten dacht. Dan nu nog enige aanvulling. Het heeft ons verrast en wij
hebben het betreurd, dat de meerderheid van de raad de godsdienstige
richting van de nieuw te benoemen burgemeester onvoldoende relevant
vindt. Als C.D.A.-fractie hechten wij er grote waarde aan te verklaren,
dat wij van de nieuwe burgemeester verwachten, dat hij een gelovig
christen zal zijn, bij voorkeur katholiek. Vanzelfsprekend vinden wij,