-5-
Raadslid van de Kreeke zegt in tweede termijn, dat het niet zijn
bedoeling is om straks te gaan discussiëren of dit soort zaken in
de raad behandeld moet worden. Zijn vraag is: Kan het college op
dit moment nagaan of zijn voorstel, om het college te verzoeken
alsnog met een voorstel te komen om te reageren op de inhoud van de
brief, voldoende wordt ondersteund?
De voorzitter zegt dat dit een voorstel van orde is. Misschien mag
het wel een initiatief-voorstel genoemd worden. Dit voorstel zal
gesteund moeten worden door tenminste twee andere leden van de raad,
wil het ontvankelijk zijn.
Spreekster vraagt vervolgens of er nog twee andere leden zijn, die
het voorstel van raadslid van de Kreeke ondersteunen. De voorzitter
stelt vast, dat dit niet het geval is.
Hierna worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen met
uitzondering van het stuk vermeld onder II e, dat ter advisering in
handen van burgemeester en wethouders wordt gesteld.
4. Mededeling van burgemeester en wethouders
De mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
5. Voorstel tot het verkopen van bouwgrond aan:
a. de heer P.N.M. van Arendonk te Teteringen;
b. mevrouw G.M.C. Vrielink te Oosterhout;
c. Bouwfonds Zuid-Nederland te Eindhoven.
Raadslid van de Kreeke vraagt of het juist is, dat eenieder, die grond
koopt van deze gemeente, de volledige koopsom moet betalen vóórdat met
de bouw begonnen wordt. Indien deze vraag bevestigend beantwoord wordt
dan zou hij graag een toelichting hebben op de navolgende alinea van het
voorliggende voorstel: "Deze waarborgsom is niet door ons gevraagd,
omdat de volledige koopsom, voordat met de bouw van de woningen wordt
begonnen (naar verwachting medio oktober) zal worden voldaan".
De voorzitter zegt dat het juist is dat eenieder, die een perceel grond
koopt de koopsom moet voldoen alvorens met de bouw begonnen wordt.
Hier is echter sprake van een a.b.c.-contract, d.w.z. dat de grond, die
hier wordt verkocht aan het Bouw/fonds, alleen mag worden doorverkocht
aan personen, die daartoe door ons zijn aangewezen. Dat is destijds
vastgesteld om te voorkomen dat inwoners van onze gemeente niet of
moeilijk aan bod zouden kunnen komen. Men zou kunnen zeggen dat het
mede een gevolg is van de grondpolitiek van een aantal jaren geleden.