f. degene, wiens genot van wachtgeld is geëindigd en die uitzicht heeft op een
binnen 10 jaar ingaand ouderdomspensioen;
g» degene, bedoeld in artikel 3, onder b, c en d, wiens deelnemerschap op grond
van artikel 7, sub d, is geëindigd, mits de toelating wordt gevraagd binnen
één maand na beëindiging van de verplichte verzekering;
h. degene, die da dienst van een gemeente of lichaam verlaat zonder aanspraak
op pensioen of vrachtgeld, doch die bij zijn ontslag uitzicht heeft op een
binnen 5 jaar im-aand ouderdomspensioen, indien hij op de dag voorafgaande
aan het ontslag ucelnemer in 'net instituut was en hst bestuur van mening is
dat er aanleiding is zijn deelnemers chap te bestendigen.
3. Het bestuur kan onder door hem te stellen voorwaarden als deelnemer toelaten
degene, die ais gevolg van het bepaalde in artikel 3 of 4, eerste of tweede lid,
of artikel 9 niet meer voor het deelnemerschap of het gezinslidmaatschap in de
zin van deze regeling in aanmerking komt, indien in zijn geval sprake is van
zodanige omstandigheden dat het niet verwerven van het deel nemers chap tot
gevolg heeft dat het voor hem in zijn situatie niet mogelijk is zich op redelijke
wijze te verzekeren tegen ziektekosten en kosten verband houdende met ziekte.
4, Op de deelnemers, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, is het bepaalde in
de artikelen 3, onder b, c en d en 9 van overeenkomstige toepassing.
3. Het verzoek om toelating overeenkomstig het eerste en tweede lid wordt
gedaan door het gemeentebestuur dan wel door het bestuur van het lichaam; het
deelnemerschap ingevolge het tweede lid gaat, tenzij het wordt verkregen op
grond van de rechtspositieregeling van betrokkene, niet in dan na afgelegde
verklaring van volledige aanvaarding dezer regeling door hem wiens toelating is
verzocht."
Artikel IV
Artikel 5 wordt vervangen door een nieuw artikel 5, luidende:
"Van het deelnemerschap is uitgezonderd:
a, degene, die deelnemer is in da zin van het Besluit geneeskundige verzorging
politie 1971 of het Besluit geneeskundigs verzorging noodwachters;
b, het personeel bij een instelling van onderwijs, behoudens het bepaalde in artikel
.4, eerste lid, onder c;
c, degene, bedoeld in artikel 3 en 4, eerste lid, die door het gemeentebestuur, dan
wal door het bestuur van het lichaam waarbij hij werkzaam is, op grond van
gewetensbezwaren van de verplichting tot deelnemerschap is ontheven."