bij een volledige betrekking. De heffingsgrondslag van een deelnemer, die in het
genot is van wachtgeld of pensioen terzake van een vroegere niet-voliedigo
betrekking, wordt door het bestuur naar een volledige betrekking herberekend.
4. Voor de berekening van de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, blijft buiten
beschouwing hetgeen de in het desbetreffende kalenderjaar te ontvangen
bezoldiging meer bedraagt dan de maximum wedde (incl. vakantietoeslag)
genoemd in het B.B.R.A. 1948 bij een volledige betrekking in de rang van
hoofdcommies.
5, De bijdrage van de in dienst van een gemeente of een lichaam zijnde deelnemer
wordt door die gemeente of dat lichaam bij iedero uitbetaling van bezoldiging
ingehouden, of in voorkomend geval op andere wijze ingevorderd, en vermeer
derd met een gelijk bedrag ais bijdrage van die gemeente of dat lichaam op da
door het bestuur te bepalen plaats, tijd en wijze in de kas van het instituut
gestort.
6. De overige deelnemers storten hun bijdrage en de gemeente of hst lichaam aan
het dienen waarvan hun deelnemërschap is ontleend, stort een gelijk bedrag als
bijdrage van die gemeente of dat lichaam op de door het bestuur te bepalen
plaats, tijd en wijze in de kas van het instituut. Indien de gemeente of het
lichaam is opgeheven en de verplichtingen daarvan niet zijn overgegaan op een
andere gemeente of een ander lichaam, stort de deelnemer het dubbele van da
daar bedoelde bijdrage in de kas van het instuut.
7» In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste, vierde en zesde lid
draagt de deelnemer, bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b, over een kalenderjaar
bij een bedrag, gelijk aan het volgens de begroting van het instituut voor dat
jaar gemiddeld per deelnemer aan bijdragen van de deelnemers, de gemeenten
en de lichamen op te brengen bedrag en stort de desbetreffende gemeente of
hst openbaar lichaam in de kas van het instituut zoveel minder als de bijdrage
van de deelnemer méér bedraagt dan het geval zou zijn, ware hier niet van het
bepaalde in het eerste, vierde en zesde lid afgeweken.
8, De gemeente of het lichaam, alsmede de deelnemers, bedoeld in het zesde Lid,
verstrekken het bestuur alle informatie, nodig voor de vaststelling van de
bijdragen."
Artikel X
Artikel 12, eerste en derde Lid, komen als volgt te lui den:
"1. De rechten en verplichtingen der deelnemers en da voorschriften rnet betrek
king tot de vergoeding worden door het bestuur in een regiement en een
vergoedingenlijst vastgesteld. Bij reglement worden eveneens vastgesteld de
voorschriften met betrekking tot het beroep van deelnemers, die niet zijn
ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet 1929, op een daartoe in te stellen
commissie. Dit regiement en deze lijst mogen geen bepalingen bevatten in strijd
rnet deze regeling.