2. Burgermester en wethouders kunnen bepalen dat de kennisgeving, bedoeld
in artikel 7 van de wet, - overeenkomstig door hen te stellen regelen -
op een andere vrijze dient te geschieden dan aangegeven in het eerste
lid, doch in ieder geval rechtstreeks aan de vleeskeuringsdienst.
3. Het besluit, bedoeld in het tweede lid, wordt, alvorens het in werking
treedt, op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.
De ambtenaren, belast met de keuring
en de herkeuring
Artikel 8
1. Mat de keuring van slachtdieren, vóór en na het slachten, zijn belast
de keuringsdierenartsen en - voor zover hun bevoegdheid reikt - de
keurmeesters, werkzaam bij de vleeskeuringsdienst.
2. Met de keuring, na het slachten, van gestorven of in nood gedode
slachtdieren zijn belast de keuringsdierenartsen, werkzaam bij de
vlee skeuringsdienst
3. Met de herkeuring van vlees is belast de door de burgemeester daartoe
in overleg met de inspecteur aangezochte keuringsdierenarts en, in
voorkomende gevallen, tevens de door belanghebbende, in overleg met de
inspecteur, aangewezen, en daartoe bereid gevonden, herkeuringsdieren
arts
De keuring
Artikel 9
1. Zowel de keuring vóór, als de keuring na het slachten, geschiedt:
a. op het adres waar het slachtdier wordt geslacht, respectievelijk
is geslacht, zoals vermeld in de kennisgeving als bedoeld in
artikel 6, öf
b. in de daarvoor bestemde afdelingen of ].okalen van het openbaar
slachthuis te Breda.
2. De keuring van gestorven of in nood gedode slachtdieren geschiedt in
de noodslachtplaats van het openaar slachthuis te Breda, met uitzonde
ring van de op de agrarische bedrijven gestorven slachtdieren, als
bedoeld in artikel 29 van het besluit.