-17-
vraqen. Veel gemeentebestuurders, die toch meestal de verzinnebeelding van
de gouvernementele mens zijn, beginnen steeds luider te mompelen en de
algemene klacht is dan ook: "Het Rijk wentelt de bezuinigingen af op de
gemeenten"
De financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten heeft zich lange tijd
voltrokken volgens de Financiële Verhoudingswet 1960, maar op 1 januari
1984 treedt, zoals bekend, een nieuwe wet in werking, met nieuwe verdeel-
maatstaven voor de algemene uitkering uit het Gemeentefonds én met een
inperking en ordening van het zeer ondoorzichtige en onsamenhangende
stelsel van regelingen voor de meer dan 500 doeluitkeringen.
Dat laatste wordt door de WD uiteraard toegejuicht, doch over de
herverdeling van de uitkeringsmaatstaven is onze fractie ontevreden,
omdat vooral de kleine gemeenten (w.o. dus ook Teteringen)er financiëel
flink op achteruit gaan. De nieuwe wet beoogt de gemeenten bij de uitgaven
van de doeluitkeringen meer vrijheid te geven en dat moet dan tevens het
aarzelende begin zijn van de zo vaak bediscussiëerde decentralisatie
van overheidstaken.
Het is overigens nog zeer de vraag, in hoeverre die voorgenomen decentrali
satie kan worden uitgevoerd. Want de op zichzelf juiste en door de WD
ondersteunde decentralisatie-gedachte wordt tot nu toe door de centrale
overheid misbruikt,door wel taken af te wentelen op de lagere overheden,
maar een passende financiële bijdrage achterwege te laten.
Ook komt het voor, dat een gemeente een door de inwoners gewenste voor
ziening niet tot stand brengt, omdat men van het bestaan van een specifieke
(doel) uitkerincr niet op de hoogte is. Wie bedenkt dat er, zelfs na
invoering van de Financiële Verhoudingswet 1984, nog honderden van die
doeluitkeringen overblijven, kan zich voorstellen, dat er wel eens enkele
aan de aandacht ontsnappen.
Zelfs op het Ministerie van Binnenlandse Zaken weet men niet, hoeveel
circulaires de diverse departementen naar de gemeenten hebben gezonden.
Onze fractie durft het daarom aan, uw college te verzoeken,zonder daarbij
uw activiteit en kundigheid in twijfel te trekken, de uitvoerige collectie
van specifieke uitkeringsmogelijkheden nog eens uit te laten kammen.
Misschien kan onze gemeente er haar voordeel mee doen.
Onze fractie wil er geen misverstand over laten bestaan, dat ook zij van
mening is, dat de collectieve lasten moeten worden teruggedrongen. Maar
de manier, waarop de centrale overheid deze visie naar de gemeenten toe
in praktijk brengt, overschrijdt de grens van het redelijke.
Daardoor zijn de gevolgen van de discrepantie tussen inkomsten en uitgaven
voor veel gemeenten niet meer te draaen.