m1 5EMEENTE TETERINGEN fj Da raad der gemeente Teteringen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 december 1983; Gelet op de artikelen 272, letter a en 273 van de gemeentewet alsmede op het Besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen; BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING TOT 2e WIJZIGING VAN DE "VERORDENING ONROEREND-GOEDBELASTINGEN" Artikel 11 De aanhef van artikel 3, onderdeel 1, wordt gelezen als volgt: 1een onroerend goed dan wel het onroerende goed Artikel 2. Artikel 3, onderdeel 3, wordt gelezen als volgt: 3 Woning een gebouwd eigendom of een gedeelte daarvan als bedoeld in 1, letter a, onderscheidenlijk letter c, d of e, dat in hoofdzaak is bestend. of wordt gebruikt voor woondoeleinden. Artikel 3. Artikel 4 wordt gelezen als volgt: 1Voor de vaststelling van de heffingsgrondslag wordt de waarde in het economische verkeer bepaald op die welke aan het onroerende goed dient te worden toegekend, indien de volle en onlezv.'aarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger het goed in de staat waarin het zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in feitelijk gebruik zou kunnen nemen. 2. Met betrekking tot een onroerend goed als bedoeld in het derde lid wordt, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, de heffings grondslag gesteld op de vervangingswaarde van dat goed, bij de bepa ling waarvan rekening wordt gehouden met de technische en de functio nele veroudering die is opgetreden sedert de stichting van het goed, waarbij de invloed van latere wijzigingen mede in aanmerking wordt genomen a tl lf,ii mm

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 76