Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt dat het college een voorstel aan
de raad doet. Het bedrag, dat wij u voorstellen achten wij redelijk.
Omdat wij onze adviezen wat dat betreft hebben. Als u ons niet ver
trouwt dan kan ik dat niet helpen. Ik zou echt niet weten, wat hier
nog bij moet om u er van te overtuigen dat het bedrag redelijk is.
Raadslid Collette zegt nogmaals dat hij het er niet mee eens is.
U vraagt in deze zaak maar één offerte. Dat doet u ook bij andere
zaken niet. Het maakt geen verschil om welk bedrag het gaat.
De voorzitter zegt, dat de offerte toch bijgevoegd is.
Raadslid Collette is het daarmee wel eens, maar er is geen verifi
catie van de dienst overgelegd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.
12. Voorstel tot het aanvragen en aanvaarden van geldelijke steun uit
's Rijks kas en het nemen van maatregelen voor het bouwen van 18
woningwetwoningen
Raadslid van Beek vraagt of de gemeente, gezien de bezuinigingsmaat
regelen, nog in staat is cm redelijke woningwetwoningen te bouwen?
Waar legt u de prioriteiten, als er bezuinigd moet worden?
Raadslid van de Kreeke zegt, dat hij nagekeken heeft of het de
gewoonte is om punt d in dit soort voorstellen te brengen.
Inderdaad staat punt d er al jaren in.
Wanneer komt het college met voorstellen binnen de wettelijke
mogelijkheden, die er nodig zijn om woningwetwoningen te bouwen, inzake
alternatieven ten aanzien van een ander soort bouw dan de traditio
nele bouw, die we jaar in jaar uit in deze gemeente kennen. Eerder
is dit al aan de orde geweest en de betrokken wethouder is geen
tegenstandster van een onderzoek in deze.
Hij is van mening dat binnen de wettelijke bepalingen van de woning-
wetbouw nu misschien wel gestart zou kunnen worden.
Raadslid Joosen zegt dat zijn fractie accoord gaat met dit voorstel.
Hij had graag gezien, dat het ontwerp-raadsbesluit bij agendapunt 10
geredigeerd geweest was als bij dit punt het geval is. Dan waren er
wat minder problemen geweest.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk merkt naar aanleiding van de vraag van
raadslid van Beek, of het nog mogelijk is kwalitatief goede woningen
te bouwen, op dat de steun uit 's Rijks kas van jaar tot jaar minder
royaal vloeit. De gemiddelde bouwprijs daalt dan ook steeds. Het
college moet dan ook zijn uiterste best doen om de kwaliteit van de