-2^1- De voorzitter heropent hierna de vergadering en zegt: Ik wil op het eind van deze bij eenkcmst toch nog graag even reageren, heéD. in het kort, want u zit hier al weer lang, op de woorden die gesproken zijn alvorens ik deze vergadering beëindig. Mevrouw Mussocrs, namens de raad hebt u mij toegesproken en geluk gewenst. Daarvoor ook nogmaals mijn dank. U hebt mij ook even herinnerd aan mijn uitspraak in de krant op een onbewaakt ogenblik - ik was daar niet zo goed op geprepareerd op dat mement - over vrouwelijke wethouders. Het was mij ook bijzonder aangenaam dat ik ook werd toegBsproken door een vrouwelijk raadslid en daardoor, mijnheer Wagenakers, u ziet, hoe dat hier in Te teringen allemaal gaat. Ik zou «r in Heeswijk Dinther ook maar wat aan doen, als ik u was. Ja, mevrouw Missers, Carnaval. Ik heb met heel veel genoegen de Carnavalsvierdersde representanten daarvan, in mijn woonhuis ontmoet. Ik heb toen ook al gezegd dat ik met Carnaval veelvuldig hier zal zijn. Ik zal dat zeker doen omdat het inderdaad een van de hoogtepunten is. Ook een van de hoogtepunten waarin de saam horigheid, waarom deze gemeente zo geroemd wordt, naar voren komt en inderdaad de uitdrukking "we zullen het samen wel rooien"ik denk, dat het een heel plezierige en goede brabantse uitdrukking is en dat we het dan zo maar moeten doen. In het kader van de annexatie hebt u mij ook, en dat kende ik. niet, daar had ik me eigenlijk natuurlijk beter op moeten prepareren, enkele regels uit het dorpslied voorgelezen. Ik hoop toch in de loop van de dag de volledige tekst nog een keer onder ogen te krijgen, want het klonk me erg plezierig in de oren. Mijnheer de secretaris, u hebt over het concert gesproken, wat wij hier met z'n allen zouden kunnen en moeten opvoeren, dan al niet in de meest letterlijke maar dan in de figuurlijke betekenis, want in de meest letterlijke zin zou ik geen goede partner zijn. Ik hoop het in de figuurlijke betekenis althans wel te zijn en ik hoop ook dat mijn verleden uit de menswetenschappen, maar toch eigenlijk ook in het functioneren met mensen wat ik in mijn werkzaamheden tot nu toe, gedurende zo lange tijd heb mogen doen in het Jeugd- en Jongerenwerk, dat ik dat op enigerlei wijze hier ook in deze gemeente kan voortzetten. Mijnheer Mater, buurman en sprekend namens de burgemees terskring en namens het Stadsgewest, ook mijn dank voor uw gelukwensen. Ik hoop, dat u op de bijbelse weg samen met uw collega uit Breda doorgaat en inderdaad uw handen in onschuld blijft wassen, dan zal ons ook inder daad niets overkomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 28