-11-
Enerzijds verwijt raadslid Joosen het college, dat het allemaal te
traag verloopt, en anderzijds gaat het hem te vlug, wanneer zomaar
ineens voorgesteld wordt cm de begroting te wijzigen. Het college
heeft er ernstig naar gestreefd om de Bezemkring in staat te stellen
de Blokhut zo spoedig mogelijk weer te gaan gebruiken.
Raadslid van Geffen zegt in tweede termijn, dat het het beste is,
wanneer men zo spoedig mogelijk aan het werk gaat.
Raadslid van de Kreeke zegt, dat de voorzitter enige malen gezegd
heeft, dat het gemeentebestuur de ontwikkelingen zal volgen. Waar
schijnlijk heeft spreker daarmee het college bedoeld. De Bezemkring
heeft thans een schuld van meer dan 7.000,- Een erg hoog bedrag.
De hoge telefoonrekening is daarbij een erg vervelend gegeven. In
de commissie Financiën zijn hierover voldoende inlichtingen verstrekt.
Het college heeft bepaald, en de commissie is het daarmee eens, dat
dit bedrag, ruim 2.000,terugbetaald moet worden. Het maakt hem
niet uit, binnen welke termijn dat zal kunnen gebeuren. Het totale
bedrag hangt wel als het zwaard van Damocles boven het hoofd van de
stichting, die hij veel sterkte toewenst.
Raadslid Joosen zegt, de voorzitter corrigerend, dat niet het meren
deel, doch alle fracties de jeugd een warm hart toedragen.
De voorzitter zegt, dat hij het woord "lof" gebruikt heeft.
Raadslid Joosen vervolgt en zegt, dat hij het een fijn stuk werk
vindt van een paar jongeren, waar zij zo tegen alle ellende opgebokst
hebben. De wethouder heeft gezegd, dat hij wel meer nonsens vertelt
of iets van dien aard. Hij wil er op wijzen, dat hij al tien jaar
raadslid is en dat hij nog nooit zijn woorden teruggetrokken heeft.
Hij heeft hier geen nonsens of andere insinuaties verteld. Alle
insinuaties, die hij hier op tafel gelegd heeft, heeft hij nog steeds
na enkele jaren achter zijn rug gehad.
Hij vindt het niet prettig om zulk soort dingen in zijn schoenen
geschoven te krijgen. Hij is er helemaal niet bang voor, dat de
wethouder in al die maanden niets voor de jeugd gedaan heeft. Hij
heeft alleen maar gezegd, dat uit de stukken niet blijkt, wat er
gedurende een periode van vijf maanden gedaan is. Uit de stukken kan
niet opgemaakt worden, of er ook maar iets gedaan is tussen 12 sep
tember 1983 en 15 februari 1984. Als er wel wat gebeurd was, dan
had hij dat graag in de stukken gelezen. Dan had hij dat niet be
hoeven aan te vallen. Dan had hij ook geen nonsens behoeven te ver
tellen.