-13-
worden.
Hierna wordt raet algemene stemmen besloten overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders.
7. Voorstel tot vaststelling van het reglement medezeggenschap gemeen-
tepersoneel
Raadslid Schlösser zegt, dat medezeggenschap zijn fractie een goede
zaak lijkt. Hij is van mening, dat er een tegenstrijdigheid bestaat
tussen artikel 9 en 18. In het eerste artikel staat, dat B. en W.
voor de eerste keer een verkiezingscammissie samenstellen, terwijl
artikel 18 vermeldt, dat B. en W. in de plaats van de verkiezings-
commissie optreden. Is er nu een verkiezingscommissie of treden
B. en W. in haar plaats? Hij hoopt tenslotte, dat deze commissie
een lang en vruchtbaar leven beschoren zal zijn.
Raadslid van de Kreeke zegt blij te zijn, dat vrijwel alle fracties
aan dit onderwerp aandacht willen besteden. De Nederlandse Bond van
Gemeenteambtenaren vraagt in zijn brief het volgende: De commissie
moet ongevraagd het college van advies kunnen dienen. Hij vraagt, of
dit advies gevolgd is en zo neen: waarcm niet? In artikel 24 staat,
dat de vergaderingen van de commissie als regel niet openbaar zijn.
Hij leest hieruit, dat ze wel openbaar kunnen zijn. Dat vraagt ook
het C.F.O.. Indien zijn conclusie juist is, staan de artikelen 29
en 30, waarin de geheimhouding geregeld is, op gespannen voet met el
kaar. Als zijn conclusie onjuist is, vraagt hij, waarom het advies
van de vakorganisaties niet opgevolgd is. Zijn fractie vindt het
niet nodig, dat er geheimzinnig gedaan wordt. Voor hoeveel leden van
het gemeentepersoneel is een medezeggenschapscommissie niet nodig?
Raadslid Mussers-Bruijninckx zegt, dat haar fractie het met dit
voorstel eens kan zijn. Is de medezeggenschapscommissie vergelijkbaar
met een ondernemingsraad? Er zullen drie leden benoemd worden uit
het secretariepersoneel en twee uit het personeel van openbare werken.
Worden daar ook de medewerkers van de buitendienst onder begrepen?
Heeft de medezeggenschapscommissie zodanige bevoegdheden, dat
daaruit consequenties voor de gemeenteraad kunnen voortvloeien?
Raadslid Collette concludeert, dat beide partijen tot een overeen
komst gekomen zijn. Daarom heeft zijn fractie er niet zo'n behoefte
aan alles nog eens punt voor punt na te lopen. Zij vindt deze over
eenkomst een goede zaak. Als de vergaderingen als regel niet openbaar
zijn, wanneer denkt men dan wel aan openbaarheid?
De voorzitter zegt, dat de heer Schlösser een onduidelijkheid heeft
geconstateerd. Die constatering zou juist zijn, ware het niet, dat