G E M EEK T EUTET ER1NGEN
Raadsvergadering dd. 19 april 1984. Agendanr5
Voorstel inzake het verzoek van het Komitee Brabant Neen tegen kruisraketten.
Teteringen, 3 april 1984.
Aan de raad,
Bij brief van 28 februari jl. richt het Komitee Brabant Neen tegen
kruisraketten zich tot raad en college met het verzoek een uitspraak te
doen over de doelstelling van het Kcmiteegeen plaatsing van kruis
raketten in Nederland.
Over dit verzoek hebben wij ons ampel beraden.
Wij hebben ons daarbij de vraag gesteld, of het in principe tot de
huishouding van de gemeente behoort cm beslissingen te nemen over het
al of niet doen plaatsen van kernwapens of het vervoer daarvan over
het gezamenlijk territoir.
Wat nu wordt geacht tot de huishouding der gemeente te behoren? Dit
schijnt eenvoudig te definieren, maar het is het niet.
Het begrip "huishouding" heeft niet een scherp te bepalen inhoud.
Hoe vaak ook beproefd is, dit begrip in het algemeen te omlijnen,
heel veel verder is men daarmee niet gekcmen.
Enerzijds is het ontbreken van een nauwkeuriger bepaling, vanuit
gemeentelijk standpunt gezien, een nadeel cmdat daarmee de weg voor
hogere organen vrij is om het gebied der gemeentelijke bemoeiingen
in te krimpen, anderzijds echter biedt het ontbreken van bepaalde
kenmerken een voordeelcmdat voor het gemeentebestuur nu de mogelijk
heid bestaat ara zich met nieuwe onderwerpen in te laten.
Het begrip "gemeentehuishouding" is, wij zeggen het Buriks"Inleiding
tot het gemeenterecht" na niet statisch maar dynamisch. De inhoud
wisselt naar gelang van tijd en omstandigheden
Wat nu met betrekking tot het aan de orde zijnde onderwerp?
Behoort de aangelegenheid nu wel of niet tot de huishouding van de
gemeente?
Wij zijn tot de conclusie gekcmen, dat dit niet het geval is.
Inzake defensie kunnen immers uitsluitend door de regering, onder
politieke controle van de Staten-Generaalbeslissingen genomen
worden.