-11-
Raadslid Mussers-Bruijninckx zegt, dat haar fractie het met de tekst
helemaal eens is en dat zij derhalve de motie ondersteunt. Zij
meent dat dit de juiste reactie is van de gemeenteraad. In dergelijke
zaken is het uiteindelijk toch aan de regering cm te beslissen. En
wie zijn wij dan als raad, met onze persoonlijke ideeën over zo'n
onderwerp. Niettanin spreekt ook haar fractie bezorgdheid uit over
het plaatsen van de kruisraketten.
De voorzitter constateert, dat vrijwel alle fracties gezegd hebben,
geen behoefte te hebben aan een discussie over een zaak, die bij de
landsregering en de kamers van de Staten-Generaal thuis hoort. Zij
zijn het daarom eens met de motie.
De fractie van de Partij van de Arbeid is het daar niet mee eens.
Spreker wil daarom ingaan op de procedurele aspecten en op hetgeen
raadslid van de Kreeke naar voren heeft gebracht. Naar diens mening
zou het college verdeeld zijn, doch niets is minder waar. Het stand
punt, zoals dat in het pre-advies naar voren komt, is een unaniem
college-standpunt. Het wordt door hem betreurd, dat Teteringen geen
actief vredesbeleid voert. Maar dat behoort ook niet tot de huishou
ding van de gemeente. Regering en Staten-Generaal zijn in dit
opzicht alleen en uitsluitend competent. Hij wil hier verder niet
op ingaan.
Wanneer deze motie vanavond door de raad wordt aanvaard, zal zij
ter kennis gebracht worden van regering en Staten-Generaal. Zij zal
niet worden toegezonden aan de secretaris van het Ccmité. Dat is de
strekking van het voorstel.
Raadslid Schlösser zegt dat het bij tijd en wijle heel goed is om
zich te bezinnen op de mogelijkheden en onmogelijkheden die een
gemeenteraad heeft. Naar zijn mening getuigt het van wijsheid, als
men tevoren goed kan inschatten waar de grenzen van het beslissings
vermogen van de gemeenraad liggen. Het doet niet ter zake of we vóór
of tegen kruisraketten zijn. Het gaat er alleen maar cm wat de raad
met dit pre-advies wil doen. Ik kan, zo zegt hij, alleen maar her
halen dat wij niet de wijsheid in pacht hebbend menen, dat datgene
wat het college voorgesteld heeft de meest adequate reactie op het
verzoek van het Comité is.
Raadslid de Lange zegt dat hij niet gesproken heeft over de voor
liggende motie. Wanneer zij door de raad aanvaard wordt, legt zijn
fractie zich daar nolens volens bij neer. Hij heeft geen bezwaar
tegen de tekst, want die wordt ook door zijn fractie onderschreven,
maar omdat zij van mening is dat de verontrusting veel beter door
de volksvertegenwoordigers naar voren gebracht kan worden.