- 3 - Voorts staat vermeld, dat andere commissieleden accepteren, dat wethou der Rienks-Schiedon hem het woord ontneemt. Spreker heeft reeds betoogd dat dit nog nimmer is gebeurd. Daarbij komt dat, wanneer een commissielid vindt, dat hij incorrect bejegend wordt, hij als eerste aan de bel zal moeten trekken. Van de eerste twee keren hebben de commissieleden geen weet, deze zijn namelijk nooit in een o- penbare bespreking geweest en mogen derhalve ook niet als argument gel den. Vervolgens wordt gesteld, dat de voorzitter zich een macht meent aan te kunnen meten. Gezien het voorgaande meent zijn fractie, dat deze opmerking onterecht is. Volgens zijn fractie is er sprake van slechts één subjectief feit, na melijk dat een commissielid ontevreden is over zijn bejegening door de voorzitter. Spreker concludeert dat de woordkeuze overdreven aandoet. Naar zijn mening kan gesproken worden over een zekere overreactie. Een zakelijk misverstand rechtvaardigt zo'n brief bepaald niet. In de vori ge commissievergadering is er door zijn fractie op aangedrongen bedoeld misverstand uit de weg te ruimen. Hij begrijpt echter wel dat hiervoor de bereidheid van twee kanten nodig is. Voor een partij, die meent dat openbare vergaderingen en discussies als essentieel beschouwd moeten worden, is het toch onbegrijpelijk, dat zij de openbare commissievergaderingen niet meer zal bijwonen en dat zij haar adviezen schriftelijk zal uitbrengen. Weliswaar wordt de commissie van haar standpunt op de hoogte gesteld, maar van een openbare discus sie, meningsuitwisseling, verduidelijking en stellingname kan geen sprake meer zijn. Een afwezig commissielid is voor zijn collega's én voor het college niet meer aanspreekbaar, tenzij schriftelijk, hetgeen uiteraard een efficiënte advisering vrijwel onmogelijk maakt. De argu mentatie om geen commissievergaderingen meer bij te wonen is volgens zijn mening vrij zwak. De gevolgen van het niet meer aanwezig zijn op commissievergaderingen lijken hem beslist niet in het belang van de gemeente. De invulling van de commissiezetels is door de raad vastgesteld. Het is dan ook niet aan een commissielid zelf om te bepalen, of hij door een of andere handel wijze zijn verantwoordelijkheid ontloopt. Zijn fractie is van mening, dat de raad er over zal moeten oordelen of de door raadslid van de Kreeke te volgen gedragslijn past in de bedoe lingen, zoals die golden bij het invullen van de commissiezetels en of er sprake is van het ontlopen van zijn verantwoordelijkheden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 29