4 -
Spreker hoopt overigens, dat de raad zo'n uitspraak niet zal behoeven
te doen en dat de commissie Financiën en de commissie O.C.W. zo spoe
dig mogelijk tot normaal functioneren zullen kunnen terugkeren.
Naar aanleiding van het ingekomen stuk; vermeld onder III, sub d, te
weten een verzoek om subsidie van de Stichting Kinder- en Jongerente
lefoon West-Brabant voor het jaar 1985, zegt hij, dat er enige tijd ge
leden een subsidieverzoek voor 1984 in de raad is geweest. Dat werd te
ruggenomen, omdat er nadere informatie nodig was. Sindsdien heeft hij
hierover niets meer gehoord. Hij vindt het vreemd dat er nu weer een
verzoek ligt voor 1985.
Raadslid de Lange zegt naar aanleiding van het ingekomen stuk, vermeld
onder III sub b, dat uit de notulen van de commissievergadering van
14 mei j.l. hem geenszins gebleken is, dat de zware beschuldigingen van
raadslid van de Kreeke aan het adres van de voorzitter, mevrouw Rienks-
Schiedon, dat zij haar macht misbruikt heeft, terecht zijn. Het is z.i.
onterecht als raadslid van de Kreeke beweert ongelijkwaardig behandeld
te worden door mevrouw Rienks-Schiedon. Hij kan ook de door raadslid
van de Kreeke ervaren benadering van de zijde van mevrouw Rienks-Schie
don niet delen, temeer niet omdat mevrouw Rienks reeds tijdens diezelf
de commissievergadering van 14 mei j.l. verklaard heeft, hij citeert:
"Van mijn kant zal alles worden gedaan, voor zover mogelijk, om een en
ander te verbeteren".
Hij vraagt zich af, na dit alles gelezen te hebben, wat raadslid van de
Kreeke heeft bewogen toch de bewuste brief te schrijven en wat hij
hiermee wil bereiken.
Of hij wil na vele mislukte pogingen een nieuwe methode uitproberen om
het beleid van het college aan te vallen of, en dat lijkt hem het meest
waarschijnlijk, hij volgt gewoon de landelijke strategie van de Partij
van de Arbeid, namelijk: op het publiek spelen, en coute que coüte opposi
tie voeren tegen de V.V.D. met als doel: elektorale winst bij de eerstvol
gende verkiezingen.
Vanuit de commissie financiën is op 28 mei j.l. bij mevrouw Rienks-
Schiedon er op aangedrongen alles in het werk te stellen om de gerezen
controverse tussen haar en raadslid van de Kreeke weg te werken. Om
hieraan te voldoen heeft op 13 juni j.l. een gesprek plaatsgevonden
tussen twee leden van het college en de heer van de Kreeke. Het resul
taat was teleurstellend, want de heer van de Kreeke wilde eerst een
schriftelijke beantwoording door het college van zijn brief van 18 mei
j«l. In die beantwoording komt tot uiting dat ook het college het be-