- 6 -
Daartegen heb ik geprotesteerd en in de rondvraag gevraagd naar de re
den waarom voorzitter Rienks mij het woord heeft ontnomen. Het is heel
belangrijk voor de vorige sprekers om goed te luisteren, wat er toen
letterlijk gezegd is, en wat hopelijk anderen straks zullen herhalen.
Het antwoord van de voorzitter was: "Het woord is u ontnomen omdat u in
vergelijking met de andere commissieleden te lang praat. Ik wil een al
te breedvoerige discussie voorkomen".
Als u mij niet gelooft, dan kunt u het verslag van deze commissieverga
dering nalezen, waar dit ongeveer letterlijk in staat.
Dat heb ik aangevallen. In mijn brief van 18 mei j.l. heb ik aangeval
len en gezegd: in welke artikelen staat er wanneer een voorzitter een
raads-, c.q. commissielid het woord mag ontnemen. Daar hoort in ieder
geval niet bij dat je wat langer praat in vergelijking met anderen. Dat
zou een gek ding zijn als het er in stond. In het reglement van orde,
dat we hebben gekregen, staat: - het geven van voldoende gelegenheid
aan de leden tot het uiten van hun opvattingen omtrent het in behande
ling zijnde onderwerp".- Dat is waar men zich aan dient te houden en
aan geen andere zaken. Ik heb aangegeven in mijn brief wanneer wel het
woord ontnomen mag worden.
In mijn brief van 18 mei 1984, gericht aan het college en de gemeente
raad, heb ik uiteen gezet, dat om die reden de voorzitter een commis
sielid het woord niet mag ontnemen. Zoals ik al juist zei: het is gere
geld in artikel 31 en 32 van het reglement van orde. Ik wil de vorige
sprekers dringend adviseren om deze twee artikelen nog eens na te le
zen.
Ik heb in dezelfde brief medegedeeld, dat ik voorlopig de vergaderingen
van de commissies, waar mevr. Rienks voorzitter van is, niet zal bijwo
nen, maar deze schriftelijk zal becommentariëren. En raadslid de Lange
hoeft vanavond niet heel lang te wachten op een antwoord hoe lang
"voorlopig" zal zijn. Dat "voorlopig" zal zijn tot het incident opge
lost is. Ik weet niet wanneer dat is, en ik weet ook niet wie dat inci
dent zal oplossen, maar tot die tijd zal ik de commissievergaderingen
niet bijwonen.
Er was een incident en ik verwachtte dat het incident gauw opgelost zou
zijn door een verklaring van mevrouw Rienks, waarin zij zou toegeven,
dat zij ten onrechte mij het woord heeft ontnomen. Ten onrechte op
grond van de artikelen, die ik reeds heb genoemd. En na zo'n eenvoudige
reaktie van mevrouw Rienks zou voor mij de zaak zijn afgedaan en zou de