- 8 - het woord is ontnomen met de toevoeging dat ik in vergelijking met de andere commissieleden te lang praat. Tijdens de commissievergadering van 14 mei 1984 heb ik gevraagd aan de secretaris van de commissie om letterlijk op te schrijven datgene wat de voorzitter tegen mij gezegd heeft, namelijk dat mij het woord werd ontnomen en om welke reden. Ik heb hem dit expliciet gevraagd: "Wilt u dat nü woordelijk opschrij ven?" Mijn vraag aan u en aan mevrouw Rienks is: Hebt u de aantekening en het concept-verslag van de secretaris gelezen? Zo ja, staat er onge veer in wat ik zojuist heb gezegd. Hebt u de aantekening en het con cept-verslag niet gelezen, dan verzoek ik u de vergadering te schor sen en alsnog kennis te nemen van de aantekening van de secretaris. Omdat de voorzitter in zijn brief van 20 juni 1984 duidelijk kiest voor het standpunt van mevrouw Rienks en daarom zo mooi schrijft dat u mijn ervaring niet deelt, heb ik deze kwestie hoog opgenomen. Me vrouw Rienks is duidelijk buiten haar boekje en i.e. buiten het regle ment van orde gegaan. Zij wenst dit niet toe te geven. Zou zij dit wél hebben gedaan, ik heb het al eerder gezegd, dan was deze discus sie vanavond hier niet gevoerd, wat mij betreft althans. En dat spijt mij zeer dat die nu wel gevoerd moet worden. Voorzitter, uw antwoord in eerst termijn is niet alleen belangrijk voor mij. Dit gaat alle raadsleden aan. Ik wil het in eerste termijn hierbij laten. Het is heel erg moeilijk om dat in één termijn te doen. Ik moet ook nog iets zeggen over het ingekomen stuk, vermeld onder punt III sub d. Het gaat over de Kinder- en Jongerentelefoon. Het is waar, wat raadslid van Beek zei, dat het een herhalingsverzoek is van voorgaande jaren. Ik heb begrepen dat het college van de Kinder- en Jongerentelefoon een begroting wil hebben tot op de cent nauwkeurig. Ik heb er inlichtingen over ingewonnen. Deze vrijwilligers doen ieder jaar een beoroting bij hun aanvraag, maar die begroting wordt door dit college als onvoldoende afgedaan. Wij voegen ook nu weer, en dat zal zeker gebeuren, enkele honderdduizenden guldens toe aan de algemene reserve. Wij blijven geld uitgeven aan correspondentie met de Kinder- en Jongerentelefoon, inplaats van hen gewoon die 150, te betalen. Om het college op dit punt geen beschamende verto ning te laten opvoeren, verzoek ik u om in augustus a.s. ten aanzien van dit punt met een positief voorstel te komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 34